Tradities

welke dag en datum is het vandaag?
1 / 35
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsNT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

welke dag en datum is het vandaag?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent:
het seizoen / het jaargetijde
A
de dagen van de week
B
de zomer, de herfst, de winter, de lente
C
ander woord voor het jaar
D
de maanden van het jaar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk jaargetijde is het nu?
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tradities

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Wat zijn tradities?

Wat voor Nederlandse tradities zijn er?





Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tradities
Tradities

Slide 6 - Diapositive

Afgelopen week is er gesproken over sinterklaas en het maken van surprises. 
Iedere cultuur kent zijn eigen tradities. Daarnaast zijn er ook thuis in families/gezinnen of vriendengroepen eigen gemaakte tradities. 
Een traditie is een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. De functie hiervan is het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit. Hoewel tradities statisch kunnen lijken, veranderen en vernieuwen deze voortdurend.
tradities
traditie = gebruiken die door worden gegeven in families

Nederlandse tradities = 



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn tradities?
A
bekende verhalen
B
jaarlijkse feestdagen
C
oude gebruiken
D
lampiontochten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke (Nederlandse) tradities ken jij?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

 tradities

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veranderen tradities?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tradities
Samenhang                                    geloof

Groepsgevoel                          Ieder land anders

Al heel oud


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geboorte

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

traditie
Bij geboorte beschuit met muisjes eten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

traditie 
geboorte kaartje


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke van deze 4 zijn Nederlandse tradities?
1                     2
3
4
A
Nummer 1 en 4
B
Nummer 2 en 3
C
Nummer 2 en 3
D
Nummer 4

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom worden tradities verzonnen?
A
Omdat er anders oorlog komt
B
Omdat ze leuk zijn
C
Omdat het meer samenhang geeft
D
Omdat mensen dan vrij hebben

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kerst tradities
Kerst tradities

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je iemand die van tradities houdt?
A
gezellig
B
ouderwets
C
traditioneel
D
leuk

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tradities
  • Tradities zijn Landelijk (dus het hele land)
  • Tradities zijn lokaal (provincie / stad / dorp)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tradities

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tradities & geloof
Vandaag leer je wat tradities zijn en denk je na over de verschillende geloven met bijpassende tradities

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geloof
  • Een geloof kent ook tradities
  • De islam kent het Suikerfeest
  • Kennen jullie meer tradities binnen geloven?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaak komen normen en gedragsregels voort uit geloof, tradities en gewoonten.
A
dit is waar
B
dit is niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een traditie bij het Jodendom?
A
Suikerfeest
B
Joden bidden 3x per dag
C
Bij nieuwjaar doen ze om 23:59 het zelfde dansje
D
ze hebben geen traditie´s

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van het Jodendom?
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van de Islam?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen gebruik van de Islam?
A
Begraven
B
Binnen 3 tot 5 dagen begraven
C
Ritueel slachten
D
Uithuwelijken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van het Christendom?
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen feest van het Christendom?
A
Advent
B
Suikerfeest
C
Goede Vrijdag
D
Kerst

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn tradities?
A
bekende verhalen
B
jaarlijkse feestdagen
C
oude gebruiken
D
lampiontochten

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Carnaval in Limburg

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je hier aan? 
Wat is je geboortedatum?
Wat doe je op die dag?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Carnaval

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke (Nederlandse) tradities ken jij?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions