Teken met een scherp, niet te hard potlood (HB).
Teken dun, zodat je een verkeerd getekende lijn onzichtbaar! kunt uitgummen.
Teken groot (gebruik het hele papier).
Teken wat je ziet, niet wat je denkt te moeten zien.
Teken nooit meer dan 1 tekening op 1 A4.
NIET: Schetsen (dus strakke lijnen zonder haperingen)
NIET: Inkleuren of arceren
1. TEKEN een horizontale kantlijn (A) boven een je blad circa 3 cm van de bovenkant.
2. TEKEN een verticale kantlijn (B) rechts van je blad circa 4 cm van de zijkant.
3. SCHRIJF boven aan de titel (exact wat je getekend hebt), evt. kleuring, vergroting, schematische of natuurgetrouwe tekening.(C)
4. SCHRIJF in het hokje rechtsboven je naam, klas en datum. (D)
5. TEKEN het object (E)
6. TEKEN een rechte lijn (met liniaal) van het te benoemen onderdeel tot tegen de rechter kantlijn. (F)
7. SCHRIJF achter deze lijn de naam van het onderdeel. (G)