2.6 De steden worden groter 25-9-24

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning
Vorige les
Uitleg 2.6
Zelfstandig aan de slag  + huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les(sen)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Transitiemodel
remigratie/emigratie/immigratie/seizoensmigratie
groei/krimpgebied
briandrain

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen lezen 2.6
blz. 52

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.6: steden worden groter-leerdoelen
  1. Je weet hoe de groei van steden plaatsvindt en hoe daardoor agglomeraties zijn ontstaan.
  2. Je begrijpt waarom meer welvaart gevolgen heeft voor de inrichting van een gebied.
  3. Je kunt met kaarten bepalen welk model een stad heeft.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zien de steden er zo uit?
https://code.waag.org/buildings/#52.3755,5.2501,12



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook alweer?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urbanisatie
de boeren verhuisden van platteland naar de stad. Dit noemen we URBANISATIE

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een korte periode woonden de meesten Nederlanders in een stad.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf de jaren 1970 begon dit te veranderen.
Dit veranderde door:
- Betere economie. Men verdiende meer en men kon een auto     kopen. Zo kon je in een dorp gaan wonen.
- Méér vrije tijd
- Mensen wilden prettiger wonen. Vooral gezinnen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suburbanisatie
Het weer terug verhuizen van de stad naar het naar het platteland noemen we suburbanisatie.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Re-urbanisatie
Met name door jongeren (vaak studenten) en oudere mensen die in de stad geboren zijn verhuizen van het platteland weer terug naar de stad.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urbanisatie
Het massaal verhuizen van platteland naar stad

Suburbanisatie
Het weer verhuizen naar het platteland

Re-urbanisatie
Het terug verhuizen naar de stad

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urbanisatie & Suburbanisatie
Tijdlijn

tot 1950
1970
1980
eind jaren '90
sinds 2017
(hoef je niet te weten)
trek naar de stad
trek uit de stad, maar wel dichtbij de stad
Bedrijven vertrekken uit de stad
Trek naar de steden in de randstad
Trek naar de buiten gebieden om de stad
Werk
Drukte
Gezin
mobiliteit
industrie
terrein 
Voorzieningen & werk
Vooral door woningnood

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:28
Wat is opvallend aan het stratenpatroon van de binnenstad?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:20
Hoe veranderde het stratenpatroon?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:38
Agglomeratie en stedelijke zone
Als dicht bij elkaar gelegen steden groeien, bestaat de kans dat ze aan elkaar vast komen te zitten. Dat heet agglomeratievorming
Liggen de steden niet aan elkaar vast, maar zijn er tussen die steden wel veel contacten, dan hebben we een stedelijke zone
De Randstad en het Ruhrgebied zijn daar voorbeelden van.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

02:38
Waar kwamen de nieuwe wijken te liggen?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw van steden
Meerkernen-groeimodel:
elke wijk heeft eigen centrum met voorzieningen  (voorbeeld - Berlijn)
Concentrisch groeimodel:
nieuwe wijken worden als een schil rond de stad gebouwd
Sector-groeimodel:nieuwe wijken groeien langs bv. snelweg ofspoorlijn

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld meerkernen-groeimodel:

Almere

Almere is in de tweede helft van de twintigste eeuw opgezet als tweede grotere stad in de provincie Flevoland. 

Berlijn

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door de groei van steden ontstaan agglomeraties. Dorpen en een stad groeien aan elkaar
Tekst

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Agglomeratie 
groeit wordt een agglomeratie

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook agglomeraties groeien aan elkaar: stedelijke zone.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stedelijke zone

Ook de Randstad is een stedelijk netwerk

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als in een gebied steden goed met 
elkaar verbonden zijn, vormen ze 
een stedelijk zone
1. Randstad (met Groene hart)
2. Brabantstad
3. Bandstad Twente
4. Stedelijke gebied Arnhem Nijmegen
5. Zuid-Limburg
Stedelijke zones
in Nederland 

Slide 32 - Diapositive

In ontwikkelde landen zijn steden vaak goed met elkaar verbonden. Ze vormen een stedelijk netwerk. Hier hebben de bedrijven, wetenschappers en kunstenaars veel contact met elkaar. Daardoor kan de economie in het hele land groeien. 
Vragen?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken aan:

par. 2.1: Opdracht 1,2,3,4 en 5
par. 2.2: Opdr. 1,2,4,5,7,8
par. 2.3: opdr. 1,2,3,5,6
par. 2.4:Opdr. 1,3,4,5,6
par. 2.5: 
par. 2.6: 1,2,3,4,6

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een agglomeratie?
A
Elke wijk heeft eigen centrum met voorzieningen
B
Als de steden veel contacten met elkaar hebben
C
Als dicht bij elkaar gelegen steden aan elkaar vastgroeien

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke opbouw heeft Zaltbommel?
A
meerkernen-groeimodel
B
concentrisch groeimodel
C
sectorgroeimodel

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de grootste stedelijke zone in Nederland?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor groeimodel heeft Berlijn en waarom?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions