8.3 Woordformules

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

8.3  Woordformules
Doel deze les:
- Je weet wat een woordformule is.
- Je weet hoe je moet rekenen met een woordformule

Slide 2 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een woordformule!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Schrijf de woordformule op.
Vul het getal op de goede plek van de woorden
Reken de som uit en vul het antwoord in
Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 6 - Question de remorquage

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Sleep de stukjes naar de juiste plek en maak deze woordformule.

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12

Slide 7 - Question de remorquage

Het aantal uren keer 37,50 plus 20 is gelijk aan de kosten in euro's
Sleep de woorden, getallen en bewerkingen naar de juiste plek in de woordformule.
  :
aantal uren
x

37,50
+
20
  =
kosten in euro's
-

Slide 8 - Question de remorquage

Welke woordformule past bij deze tabel?
A
Inhoud in L = 1000 - 40 x aantal km
B
Inhoud in L = 1000 - 0,4 x aantal km

Slide 9 - Quiz

De woordformule is...
A
Bedrag = 15 + 2,5 x aantal attracties
B
Bedrag = 2,50 + 15 x aantal attracties

Slide 10 - Quiz

Aan het werk....
maken: 

opdracht 24 t/m 30
blz 155 t/m 158

Slide 11 - Diapositive