Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hallo Klasse 3HT!
Slide 2 - Diapositive
Hausaufgaben 16. Dez
Hausaufgabenkontrolle 9. Dez
GOTD Raff
Wiederholung Imperativ
Wiederholung best. & unbestimmte Artikel
der-groep en ein-groep 1e & 4e nmv
Interview
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk
HAUSAUFGABEN:
Bis Montag 16. Dezember online afmaken!
S. 91 Aufg. 13
S. 92 Aufg. 1
S. 95 Aufg. 6
S. 98 Aufg. 10
S. 108 woorden leren L5
Slide 4 - Diapositive
Huiswerk
HAUSAUFGABENKONTROLLE
Bis Montag 9. Dezember online afmaken!
S. 77 Aufg. 14
S. 79 Aufg. 3
S. 81 Aufg. 6
S. 82 Aufg. 7 Magister inleveren
S. 108 woorden leren L4, L5
Slide 5 - Diapositive
Vorhang auf für Raff!
Slide 6 - Diapositive
Ihr seid dran!
Verbeteringen?
Ja, welke?
Nee, waarom?
Wat vond je goed?
Slide 7 - Diapositive
Wiederholung
Grammatik
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Welke afbeelding hoort erbij?
Slide 10 - Diapositive
Wiederholung
bestimmte & unbestimmte
Artikel
Slide 11 - Diapositive
Vind het zelfstandige naamwoord.
Wat is het bepaalde lidwoord?
Slide 12 - Diapositive
Was ist das?
schrijf de dierennamen op met het juiste lidwoord
Slide 13 - Diapositive
der-groep en ein-groep
1e en 4e naamval
- uitgang van het lidwoord verandert in de 1e en 4e naamval
Slide 14 - Diapositive
Ein- und der-Gruppe
Hier zie je nog meer woordjes die altijd een naamval hebben: ze zijn in twee groepen verdeeld omdat ze verschillende uitgangen krijgen.
Slide 15 - Diapositive
Naamvallen
Wat is een naamval?
Een middel waarmee de grammaticale functie van een bepaald woord in een zin wordt aangegeven. In het Duits staat ieder zinsdeel in een bepaalde naamval.
Hoe veel naamvallen zijn er in het Duits?
4
1e=Nominativ
2e=Genitiv
3e=Dativ
4e=Akkusativ
Slide 16 - Diapositive
Naamvallen
1. Zinsontleding
2. Der-groep & ein-groep in de 1e en 4e naamval
Slide 17 - Diapositive
Zinsontleding
Zinsdelen:
het onderwerp staat in het Duits altijd in de 1e naamval [Nominativ]
het lijdend voorwerp staat in het Duits altijd in de 4e naamval [Akkusativ]
het meewerkend voorwerp staat in het Duits altijd in de 3e naamval [Dativ]
Zinsontleding:
Je kunt de naamval van een zinsdeel bepalen door de zin te ontleden.
Slide 18 - Diapositive
Hij/Hem-regel
Het onderwerp kan je vervangen door HIJ
Het lijdend voorwerp kan je vervangen door HEM
HIJ staat ook voor: Ik,jij,zij,wij,jullie
HEM staat ook voor: mijn, jouw, haar
Slide 19 - Diapositive
"Ik heb een taart gekocht."
Wat is het gezegde?
Wat is het onderwerp?
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 20 - Diapositive
Vragen zinsontleding
gezegde= alle werkwoorden en persoonsvormen in de zin