3.4 Regering en Tweede Kamer

Programma
  • Herhaling 3.3
  • Leerdoel + uitleg 3.4 + deel maken 3.4

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Programma
  • Herhaling 3.3
  • Leerdoel + uitleg 3.4 + deel maken 3.4

Slide 1 - Diapositive

herhaling 3.3


5 vragen om te herhalen....

Slide 2 - Diapositive

De rijken moeten iets meer belasting betalen dan de armen.
Bij welke politieke richting hoort de bovenstaande stelling.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 3 - Quiz

We moeten een beetje om elkaar denken.
Heb uw naaste lief.
Bij welke politieke richting hoort de bovenstaande stelling.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 4 - Quiz

Het is belangrijk de zwakkeren te helpen.

Bij welke politieke richting hoort de bovenstaande stelling.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 5 - Quiz

Als je geld verdient is dit geld voor jou.
Jij hebt er immers voor gewerkt.
Bij welke politieke richting hoort de bovenstaande stelling.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 6 - Quiz

Veiligheid is belangrijk. Hoge straffen als mensen de wet overtreden helpen hier bij.
Bij welke politieke richting hoort de bovenstaande stelling.
A
Links
B
Rechts
C
Midden

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Leerdoelen 3.4
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen wat de regering, de Tweede Kamer en de ministers doen.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen welke rol onze koning heeft.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen hoe een wet tot stand komt.

Slide 9 - Diapositive

3.4: Regering en Tweede Kamer
Politici maken het keuzes voor ons.
In het introductieverhaal lees je dat 
sommige jongeren het stom vinden 
dat jongeren onder de 18 jaar niet mee
mogen beslissen.

Wat vind jij?
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Wie bestuurt ons land?
De politici die voor het hele land keuzes moeten maken en besluiten moeten nemen.
De Tweede Kamer


De regering (ministers)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Welke partijen zitten in de huidige regering?

Slide 13 - Question ouverte

Waarom moeten partijen in Nederland altijd samenwerken?

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel zetels heb je nodig voor een meerderheid in de Tweede Kamer?

Slide 15 - Question ouverte

Nieuwe wetten
1.  Politici hebben ideeën over het land.
2. Ministers (soms Kamerleden) komen met wetsvoorstellen
3. Als meerderheid van de Tweede kamer het er mee eens is, wordt de wet aangenomen

Voorbeeld: Roken onder de 18 jaar verbieden.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Nieuwe wet, en nu?
Ministers
Zorgen ervoor dat de wet wordt uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: Alle winkels krijgen bericht dat ze geen sigaretten meer mogen verkopen aan minderjarigen.

Tweede Kamer 
Controleren of ministers werk wel goed doen. Dit doen ze door vragen te stellen aan de minister.

Slide 20 - Diapositive

Wat doen ministers?
A
Wetten maken en de wetten uitvoeren
B
De troonrede voorlezen
C
Handtekening zetten onder wetten
D
De Tweede Kamer controleren

Slide 21 - Quiz

De tweede kamer.
Door wie worden de mensen in de tweede kamer gekozen?
A
Kinderen
B
Alle mensen die stemmen
C
De koning
D
Leerkrachten

Slide 22 - Quiz

Wat is een taak van de Tweede Kamer?
A
De Eerste Kamer controleren
B
De regering controleren
C
de Tweede Kamer controleren
D
ze doen alles in de politiek

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

En de koning dan..?
Koning Willem-Alexander is het staatshoofd.

Hij is niet gekozen en heeft bijna geen macht.
Toch heeft hij een taak: Handtekening onder een wet zetten

Ministers en koning samen --> de regering.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Begrippen
  • Wetsvoorstel: Een plan om een bepaald probleem aan te pakken.
  • Ministers: Zijn verantwoordelijk voor een bepaald onderwerp. 
  • Tweede kamer: 150 volksvertegenwoordigers
  • Staatshoofd: de koning
  • Prinsjesdag: derde dinsdag van september 
  • Regering: Koning en ministers samen.(VVD, CDA, CU, D66) 

Slide 27 - Diapositive

Wie kiezen wij?
A
ministers
B
Tweede Kamer
C
het staatshoofd
D
de regering

Slide 28 - Quiz

Stemt over de wet
Stemt als tweede over de wet
Zet een handtekening onder de wet
Voert de wet uit

Slide 29 - Question de remorquage

Kan de koning weigeren om een wet te ondertekenen?
A
Nee, de koning moet altijd een handtekening zetten
B
Ja, de koning kan afstand doen van de troon om een wet niet te tekenen
C
Nee, de koning zit zelf in de regering en overlegt dus zelf ook mee

Slide 30 - Quiz

Aan het werk in stilte
Maak paragraaf 3.4
t/m opdracht 5 

Slide 31 - Diapositive

Leerdoelen 3.4
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen wat de regering, de tweede kamer en de ministers doen.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen welke rol onze koning heeft.
  • Ik kan aan het einde van de les uitleggen hoe een wet tot stand komt.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo