Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Rekonomie H4*
Rekenen en tekenen
H4 Rekonomie
1 / 11
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
11 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Rekenen en tekenen
H4 Rekonomie
Slide 1 - Diapositive
Variabele en vaste kosten
Vaste kosten zijn niet afhankelijk van de productie.
Variabele kosten zijn wel afhankelijk van de productieomvang
Slide 2 - Diapositive
Constante koten
Variabele kosten
afhankelijk van productieomvang
onafhankelijk van productieomvang
afschrijvingskosten
loonkosten van de directeur
huurkosten
materiaalkosten
Slide 3 - Question de remorquage
Welke uitspraak is juist?
A
Constante kosten zijn constant per eenheid product
B
Constante kosten dalen per eenheid product als de productieomvang daalt
C
Constante kosten dalen per eenheid product als de productieomvang stijgt
D
Constante kosten stijgen per eenheid product als de productieomvang stijgt
Slide 4 - Quiz
Afkortingen en berekeningen
TO = Totale opbrengst (pxq)
TK = Totale kosten (TVK + TCK)
TW = Totale winst (TO - TK)
GVK = gemiddelde variabele kosten
GCK = Gemiddelde constante kosten (CK/q)
GTK = Gemiddelde totale kosten (VK + CK/q)
Slide 5 - Diapositive
Bekijk de onderstaande twee formules. Wat is de verkoopprijs?
TO=2q
TK=0,5q+10.000
A
2
B
0,5
C
2q
D
10.000
Slide 6 - Quiz
Bekijk de onderstaande twee formules. Hoeveel zijn de Variabele kosten per product?
TO=2q
TK=0,5q+10.000
A
2
B
0,5
C
2q
D
10.000
Slide 7 - Quiz
Bekijk onderstaande formules. Hoeveel zijn de Gemiddelde totale kosten bij een productie van 10.000 stuks?
TO=2q
TK=0,5q+10.000
A
2
B
2,5
C
1
D
1,5
Slide 8 - Quiz
Bekijk onderstaande formules. Hoeveel is de totale winst bij een productie van 10.000 stuks?
TO=2q
TK=0,5q+10.000
A
20.000
B
10.000
C
15.000
D
5.000
Slide 9 - Quiz
Gegeven:
TCK=€25.000
GVK = €10
Bij een productieomvang van 10.000 stuks geldt:
A
GCK = €2,50 TK = €25.010
B
GCK = €2,50 TK = €125.000
C
GCK = €25.000 TK = €25.010
D
GCK = €25.000 TK = €125.000
Slide 10 - Quiz
Opdrachten
3.18 t/m 3.27
4.1 t/m 4.5
4.6 t/m 4.13
Slide 11 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Economie: Kosten, Opbrengsten, Winst en Verzekeren
Janvier 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Economie: Kosten, Opbrengsten, Winst en Verzekeren
Janvier 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Rekonomie H4
Septembre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragers & Aanbieders (1e) H1. Kosten en opbrengsten
Mars 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 1 - Vragers en aanbieders
Mars 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H - Vervoer - H2
Mars 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vragers en aanbieders H1
Octobre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Borp Lesbrief Markt en Overheid hoofdstuk 1 paragraaf 1.4
Janvier 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5