BV 1GT les 2

• Beeldende vorming
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom

Bij deze tweede digitale les Beeldende Vorming 

Wat kun je verwachten?

- Opfrissing: Theorie beeldaspecten ruimte & kleur

- Praktijk: (surrealistische) foto´s maken en schetsen

- Evaluatie

Theorie

Eerst even een opfrisser: 

De vorige les heb je 4 manieren geleerd om diepte in een tekening of schilderij te krijgen. Dit noem je ook wel ruimte-suggestie of perspectief.  In de volgende 4 vragen kies je steeds het begrip dat hoort bij het plaatje. 

In deze afbeelding is sprake van...

1. Overlapping
2. Afsnijding
3. Vervaging
4. Verkleining

In deze afbeelding is sprake van...

1. Overlapping
2. Afsnijding
3. Vervaging
4. Verkleining

In deze afbeelding is sprake van...

1. Overlapping
2. Afsnijding
3. Vervaging
4. Verkleining

In deze afbeelding is sprake van...

1. Overlapping
2. Afsnijding
3. Vervaging
4. Verkleining

Kleurgebruik in je werkstuk

Bij je werkstuk is kleurgebruik erg belangrijk. Veel begrippen zul je al kennen. Nu leer je ook de belangrijkste kleurcontrasten. Deze kun je gebruiken in je werkstuk, om een sterker beeld neer te zetten. 

Wat is kleur?

Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.

Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek

Primaire kleuren

de primaire kleuren zijn: 

1. rood, 
   
2. geel 
   
3. blauw
   

Secundaire kleuren

• secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.

• oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.

Tertiaire kleuren

Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.

Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.

Kleurencirkel

Alle tot nu toe genoemde kleuren vind je terug in deze kleurencirkel. Dit is een manier om kleuren te ordenen.

Warme en koude kleuren

warme kleuren: 

• zijn warm en gezellig 
  
• lijken dichterbij
  
• vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren:

• zijn koel en rustig 
  
• lijken verder weg
  
• vormen een contrast met warme kleuren 
  

Kleur tegen kleurcontrast

Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen.

Complementair contrast

Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.

de complementaire contrasten zijn: 

paars-geel 

rood-groen

blauw-oranje

Licht-donker contrast

• dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren  
  
• wit -zwart is het grootste contrast 
  
• je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit
  

Koud–warm contrast

een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast

Praktijk

Thuis verder met de opdracht

Kijk goed om je heen... 

Pak je telefoon erbij en maak verschillende fotos. Op de volgende slides zie je waarvan je foto´s moet maken.

Maak een of meerdere foto´s  van met daarin een kleurcontrast...

Maak een of meerdere foto´s van een voorwerp met een secundaire kleur...

Maak een of meerdere foto´s waarop sprake is van afsnijding...

Maak een of meerdere foto´s waarbij je iets surealistisch ziet...

In de volgende 3 slides zie je een paar voorbeelden van surrealisme in de fotografie

surrealistische eieren of tomaten?

Plaats je beste foto's hier!

Opdracht Eindwerkstuk:

Maak je eigen versie van een surrealistisch schilderij, zoals Salvador Dali dat deed.  Je bedenkt je eigen “droomlandschap”. Qua afbeelding lijkt het dus realistisch (echt) te zijn, maar je ziet dat het nooit echt zou kunnen zijn. 

Je wordt beoordeeld op: 

• Heb je je aan de opdracht gehouden? 
• Heb je netjes gewerkt? 
• Creativiteit: Heb je je fantasie gebruikt? 
• Inzet

Maak je eigen versie van een surrealistisch schilderij, zoals Salvador Dali dat deed. Je bedenkt je eigen “droomlandschap”. 

Je hebt nu de tijd om een goed begin aan je eindwerkstuk te maken.

De volgende les kan je het afmaken.

Denk ook aan de volgende punten:

• Je eindwerkstuk maak je met kleurpotlood
  
• Het heeft minimaal A4 formaat
  
• Er blijft geen wit meer over op je A4
• Maak gebruik van overlapping en afsnijding
  

Pak je schets erbij: 

- Zijn er elementen uit je foto's die je wilt gebruiken in je schets? Teken die er dan bij. 

- Welke  dingen wil je laten opvallen in je tekening? Hoe kan je de kleuren zo gebruiken dat juist dat naar voren komt? 

- En experimenteer in de schets of op een kladblaadje: kleuren mengen met kleurpotloden, wordt dat eigenlijk mooi? Hoe fel kan je een kleur maken, en hoe zorgt je voor een hele lichte kleur? 

Maak nu een foto van je schets...

Evaluatie

Hoe vond je deze les gaan? Heb je tips en tops voor jezelf en de docent?

Open een nieuw tabblad en check op Google afbeeldingen "Optische kleurmenging". Leg uit hoe dit volgens jou werkt...