donderdag 9 december verder met H3 lezen

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • Nederlands boek
  • Leesboek
  • Schrift voor Nederlands 

  • Ga rustig klaarzitten voor de les. 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • Nederlands boek
  • Leesboek
  • Schrift voor Nederlands 

  • Ga rustig klaarzitten voor de les. 

Slide 1 - Diapositive

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Deze les
10 minuten lezen
Begrijpend lezen herhaling
 Opdracht 2 bespreken
Opdracht 4 klassikaal 
Pauze
Opdracht 4 afmaken
 Start H3 woordenschat

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen


Je kan uitleggen wat oriënterend lezen, globaal lezen en zoekend lezen is.   

Je kan de betekenis van een onbekend woord vinden door op zoek te gaan naar een voorbeeld.

Slide 4 - Diapositive

Wat is géén leesstrategie?
A
Snel Lezen
B
Oriënterend Lezen
C
Zoekend Lezen
D
Globaal Lezen

Slide 5 - Quiz

Waarom worden er tussenkopjes in een tekst geplaatst?
A
Om aan te geven dat er een nieuwe alinea begint
B
Om nadruk te leggen op dat woord
C
Om aan te geven dat meerdere alinea's hetzelfde deelonderwerp hebben
D
Omdat dat er beter en overzichtelijker uitziet in een tekst

Slide 6 - Quiz

Je bent in een tekst over een optreden van Billie Eilish op zoek naar de prijs van het concert. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend Lezen
B
Oriënterend Lezen
C
Globaal Lezen

Slide 7 - Quiz

Hoe zie je in een tekst dat er een nieuwe alinea begint?

Slide 8 - Question ouverte

Waarom zou je een tekst zoekend lezen?
A
Om het onderwerp van een tekst te vinden
B
Om informatie in een korte tekst te vinden
C
Om het deelonderwerp van een alinea te vinden
D
Omdat dat snel gaat

Slide 9 - Quiz

Wat doe je als je een tekst zoekend leest?
A
Je kijkt naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden
B
Je leest de eerste en laatste zin van iedere alinea
C
Je bekijkt de titel, tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens
D
Je leest de eerste alinea

Slide 10 - Quiz

Wat lees je als je globaal leest en waarom doe je dit?

Slide 11 - Question ouverte

Je wilt weten of je een tekst met als titel 'In de aap gelogeerd' kunt gebruiken voor jouw spreekbeurt over de Orang-oetan. Welke leesstrategie kies je?
A
Globaal Lezen
B
Zoekend Lezen
C
Oriënterend Lezen

Slide 12 - Quiz

Je docent Nederlands heeft je gevraagd een tekst van twee bladzijden te lezen als huiswerk. Je komt hier pas dezelfde dag achter. In de pauze haal je zo snel mogelijk de belangrijkste informatie uit de tekst. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend Lezen
B
Oriënterend Lezen
C
Globaal Lezen

Slide 13 - Quiz

H3 lezen - opdracht 2
Pak je huiswerk erbij. We bespreken opdracht 2. 

Je moet goed mee doen! 

Daarna: opdracht 4 klassikaal 

Slide 14 - Diapositive

Afsluiting
  • Dinsdag = herkansing toets grammatica (zinsontleding + woordsoorten) 
  • Vooruitblik dinsdag: herkansing / H3 kijken en luisteren (zelfstandig). 

  • Heb jij het filmpje ingeleverd? Sommige leerlingen hebben er geen cijfer staan..  

Slide 15 - Diapositive

timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken

Slide 17 - Diapositive

Doel


Aan het einde van de les kun je voorbeelden van onbekende woorden vinden (woordraadstrategie voorbeeld zoeken).

Slide 18 - Diapositive

Wat is ook alweer een woordraadstrategie?

Slide 19 - Question ouverte

Woordraadstrategie
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, dan kun je op verschillende manieren de betekenis 'raden'.
  • Eerder gehad:

- synoniem

- omschrijving

Slide 20 - Diapositive

Een voorbeeld zoeken
  • Ken je de betekenis van een woord niet?


  • Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.


Slide 21 - Diapositive

Kijk maar eens naar deze zin:


Op het verjaardagsfeest van mijn nicht kregen we allerlei Franse delicatessen, zoals petitfours en meringues (schuimgebakjes).


Van welk woord ken je nu de betekenis?

Welk woord geeft dit aan?

Slide 22 - Diapositive

Zo zoek je een voorbeeld
  1. Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of strepen.
  2. Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
  3. Na een dubbele punt (:) vind je soms ook voorbeelden

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
WAT: H3 woordenschat opdracht 1+2

HOE: Eerst instructie, daarna 5 minuten in stilte. 

HULP: Lees de theorie nog eens door. Lees goed terug en verder in de tekst. Na 5 minuten mag je overleggen. 

KLAAR: Kerstkaart afmaken / lezen in je leesboek

Slide 24 - Diapositive

Afsluiting
Huiswerk voor morgen: H3 woordenschat opdracht 1+2 af. 

Let op! Je bent bezig met het lezen van je 2e leesboek! Toch?!

Woensdag 15 december = Bounce Valley! :) 

Slide 25 - Diapositive