pijlenkettingen maken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom in de wiskundeles!!!

Heb je voordat we beginnen nog vragen? Over de lesstof of over iets anders? stel ze dan nu :-D

Inge verkoopt limonade. Voor elk glas vraagt ze 0,50 cent. Welke formule is woorden hoort hierbij?

1. Aantal glazen keer 0,50 is het geld dat ze verdient
2. Aantal glazen + 0,50 = geld dat ze verdient
3. Aantal glazen x 0,50 = geld dat ze verdient
4. aantal glazen plus 50 cent is het geld dat ze verdient

Inge heeft ook kosten gemaakt. Ze heeft voor 2 euro limonadesiroop en bekers gekocht. Wat is de juiste woordformule?

1. aantal verkochte bekers keer 0,50 plus 2 is wat ze verdient
2. 2 min het aantal verkochte bekers is wat ze verdient
3. aantal verkochte bekers keer 0,50 min 2 is wat ze verdient
4. 0,50 plus 2 euro keer het aantal verkochte bekers is wat ze verdient

Minke gaat kamperen. De camping kost 20 euro per nacht en er komt nog 15 euro reserveringskosten bij. Welke woordformule hoort hierbij?

1. Aantal nachten keer 35 is kosten
2. aantal nachten keer 15 plus 20 is kosten
3. aantal nachten keer 15 min 20 is kosten
4. aantal nachten keer 20 plus 15 is kosten

aantal nachten keer 20 plus 15 is kosten. Is de woordformule. We gaan nu de pijlenketting maken.

Wat moet er boven de eerste pijl komen?
aantal nachten ---> ... ---> kosten

1. 20
2. 15
3. x 20
4. x 15

aantal nachten keer 20 plus 15 is kosten. Is de woordformule. We gaan nu de pijlenketting maken.

Wat moet er boven de tweede pijl komen?
aantal nachten ---> ... ---> kosten

1. + 20
2. x 15
3. 15
4. + 15

Ze gaat 4 nachten kamperen. wat moet ze betalen?
x 20 + 15
aantal nachten ------> ....-------> kosten

1. 140 euro
2. 95 euro
3. 95
4. 140

Ramon spaart elke maand 20 euro. Hij heeft al 130 euro op zijn rekening staan. Schrijf de woordformule op. Begin met: aantal weken keer

Marloes heeft een krantenwijk. Ze krijgt 0,20 cent per bezorgde krant en nog eens een extraatje van 10 euro. Welke woordformule hoort hierbij? Begin met; aantal kranten....

Hoeveel verdient Marloes als ze 37 kranten bezorgd?

x0,20 + 10
aantal kranten -----> ...-----> bedrag

1. 17,4
2. 17,40
3. 17
4. 17,40 euro

In een doos worden tennisballen bewaard. Elke doos heeft 50 ballen. Er zijn ook nog 4 losse tennisballen. Welke woordformule hoort hierbij? Begin met: aantal dozen

Evert heeft 12 dozen met tennisballen. Hoeveel tennisballen heeft hij? Schrijf je berekening ook op

Elke doos heeft 50 ballen en er zijn nog 4 losse ballen

Inge koopt boeken. Een boek kost 25 euro. Daarnaast moet ze nog bezorgkosten betalen. Wat betekent de 5 in de pijpenketting?

x 25 + 5
aantal boeken ---->.....-----> kosten

Inge koopt boeken. Een boek kost 25 euro. Daarnaast moet ze 5 euro bezorgkosten betalen. Wat moet ze betalen als ze 12 boeken koopt?

x 25 + 5
aantal boeken ---->.....-----> kosten

Josje spaart voor een PlayStation. Hij heeft al 180 euro gespaard. En spaart elke week nog 7,50 erbij. Welke pijpenketting hoort erbij?

a = aantal weken. b = bedrag

1. x 7,50. a -----> b
2. x 7,50 x 180 a ------>...------>b
3. x 7,50 + 180 a -----> ...-----> b
4. + 180 x 7,50 a ----->...-----> b

Heb jij deze lesstof een beetje onder de knie?

😒🙁😐🙂😃

Hoe beoordeel je jezelf? Heb je actief meegedaan met de les?

Wat vond je van deze manier van loskrijgen?

😒🙁😐🙂😃

Heb je deze les iets geleerd? Of ben je ergens beter in geworden?

😒🙁😐🙂😃