6.4 - Hart- en vaatziekten (GTL4)

Thema 6 Transport
GTL 4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 6 Transport
GTL 4

Slide 1 - Diapositive

Thema 6 - Transport
6.1 - Bloed
6.2 - De bloedsomloop en het hart
6.3 - De bloedvaten
6.4 - Hart- en vaatziekten
6.5 - Weefselvloeistof en lymfe

Slide 2 - Diapositive

6.3 - De bloedvaten
GTL 4

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

De slagader loopt altijd van ... naar ...
A
van het hart naar het orgaan
B
van het orgaan naar het hart

Slide 4 - Quiz

Aders hebben aderkleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Een ader...
A
Vervoert bloed naar het hart toe
B
Vervoert bloed van het hart weg

Slide 6 - Quiz

Haarvaten hebben:
A
De dikste wand
B
Een dikke wand, maar niet de dikste.
C
Een wand die uit 1 cellaag bestaat.
D
Geen wand.

Slide 7 - Quiz

Een slagader...
A
Vervoert bloed naar het hart toe
B
Vervoert bloed van het hart weg
C
Vervoert meestal zuurstofrijk bloed
D
Vervoert meestal zuurstofarm bloed

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er in de haarvaten?
A
Uitwisseling van zuurstof en CO2 met weefsels
B
Al het bloed verlaat de circulatie
C
Hier wordt het bloed zuurstofrijk gemaakt
D
Hier krijgt het bloed de blauwe kleur

Slide 9 - Quiz

Slagaders hebben een dikke wand
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

6.4 - Hart- en vaatziekten

GTL 4


Slide 11 - Diapositive

Doelen van deze paragraaf
Je kunt oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten benoemen
Je kan uitleggen hoe de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen

Slide 12 - Diapositive

Bloeddruk
Bloeddruk door bloed dat door bloedvaten wordt gedrukt
Kan verhoogd worden door:
Stress, roken, overgewicht, zout eten

Lage bloeddruk komt weinig voor -> geen klachten

Slide 13 - Diapositive

Aderverkalking
bloedvaten worden krapper -> bloed kan er minder goed doorheen

Slide 14 - Diapositive

Hartinfarct
Verkalking van de kransslagader (slagaderverkalking) -> bloed kan minder/niet naar hartspier
Deel hartspier sterft af

Slide 15 - Diapositive

Hartritmestoornis
Snelheid waarmee hart samentrekt = hartritme (hartslagfrequentie)

Afhankelijk van lichaamsgrootte

Langdurige verstoring -> hartritmestoornis

Slide 16 - Diapositive

Hart- en vaatziekten voorkomen
Weinig alcohol
Weinig zout
Onverzadigde vetten i.p.v. verzadigde vetten

Soms erfelijke aanleg -> verminderd met medicatie

Slide 17 - Diapositive

Vragen?

Slide 18 - Diapositive

Een verdikking van de wand met vetachtige stoffen noem je
A
Slagaderverkalking
B
Hoge bloeddruk
C
Hartinfarct

Slide 19 - Quiz

Welk soort bloedvat zit er verstopt bij een hartinfarct?
A
Longslagader
B
Longader
C
Kransslagader
D
Kransader

Slide 20 - Quiz

Een hartinfarct wordt veroorzaakt doordat het bloed niet genoeg zuurstof bevat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Als iemand vaak stress heeft, Kan dat leiden tot hartritme stoornissen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Aan het werk
Maken:
30 t/m 38
Lezen:
6.5

Begrippen:
Lage bloeddruk
Hoge bloeddruk
Hartinfarct/hartaanval
Hartritme/hartslagfrequentie
Hartritmestoornis
Leerdoelen:
Je kunt oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten benoemen
Je kan uitleggen hoe de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen

Slide 23 - Diapositive