Ballondebat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

maandag 3 juni

Start je laptop op en log in op deze Lessonup les.

Klap daarna je laptop weer dicht!

Lesinhoud:

• Bespreken stellingen (debat 3 juni met uitloop naar 4 juni)
• Ballondebat

Stelling 1

1. Vrouwelijke topsporters moeten hetzelfde verdienen als mannelijke topsporters. 

Groep 1 = Voorstander

Groep 2 = Tegenstander

Groep 3 = Jury

1. Bowlen moet een olympische sport worden.
2. De winter- en zomertijd moet afgeschaft worden.

Stelling 2

2. Bowlen moet een olympische sport worden.

Groep 2 = Voorstander

Groep 3 = Tegenstander

Groep 1 = Jury

1. De winter- en zomertijd moet afgeschaft worden.
   

Stelling 3

3. De winter- en zomertijd moet afgeschaft worden.

Groep 3 = Voorstander

Groep 1 = Tegenstander

Groep 2 = Jury

Ballondebat

lesdoelen:

• je leert met humor en creativiteit het publiek te overtuigen
• je leert hoe je overtuigend je stelling te presenteren door stemgebruik, oogcontact en houding. 

Situatie

Er dreigt een heteluchtballon met 5 bekende personen neer te storten. Alle spullen die gemist kunnen worden, zoals tassen en drinken, zijn al overboord gegooid. Dit is helaas nog niet voldoende! 

Er zit niets anders op, vier ballonvaarders zullen uit de ballon moeten springen. Slecht één iemand kan dus maar in de ballon blijven en overleven.

Maar wie? 

Ballondebat werkwijze:

1. Ronde 1: Vijf belangrijke personen zitten in een luchtballon en vertellen in één minuut waarom de wereld niet zonder hen kan en waarom juist zij in de luchtballon moeten blijven. 
2. Stemming: 2 personages worden uit de ballon gestemd.
3. Ronde 2: Drie belangrijke personen zitten nu nog in de luchtballon. Zij speechen waarom één van de andere uit de ballon moet en de wereld makkelijk zónder hen kan.
4. Stemming: Wie mag in de ballon blijven? 
5. Nabespreken: wat was de tactiek van de winnaar? 

1. Wie ben je?

• Iedereen krijgt 1 minuut bedenktijd. Je doet dit zelfstandig.
• Je kunt kiezen uit veel verschillende bekende personages zoals bijvoorbeeld:  politici, leden van het koninklijk huis, acteurs/actrices, presentatoren, cabaretiers, etc. Het moet wel iemand zijn die nog leeft.

2. Voorbereiding

Bedenk zoveel mogelijk argumenten waarom jij (jouw bekende persoon) niet overboord moet. Gebruik zoveel mogelijk AUB (Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld)

Je hebt 5 minuten om deze persoon voor te bereiden. Je mag de persoon ook even googelen. 

3. Debatteer

De vijf bekende personen komen in de ‘luchtballon’ staan: 

• Ieder houdt zijn speech van 1 minuut. Waarom ben ik onmisbaar? 
• Als je debatteert let je op je stem, oogcontact met de klas en je houding 
• De anderen luisteren aandachtig, maak eventueel aantekeningen. 
  

Wiel draaien, welke persoon komt in de ballon?

Ronde 1

5 x 1 minuut!

Stemming na ronde 1:

Het publiek mag nu stemmen. Iedereen uit het publiek heeft twee stemmen en stemt op de personages die hij/zij uit de  ballon wil hebben; iedereen stemt dus op twee verschillende personages! 

De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus van de klas en de andere ballonvaarders.

Welke ballonvaarder moet uit de ballon?

nummer 1

nummer 2

nummer 3

nummer 4

nummer 5

Ronde 2 

De drie overgebleven ballonvaarders krijgen vijf minuten om hun speech voor te bereiden:

waarom moeten de ándere personages uit de ballon? Waarom kan de wereld prima zonder hen?

De spreektijd is wederom één minuut per ballonvaarder. In deze ronde moeten de ballonvaarders dus uitleggen waarom de ándere personages uit de ballon zouden moeten.

De rest van de klas vult het feedback formulier in.

Ronde 2

5 x 1 minuut!

Stemming na ronde 2:

Het publiek mag nu stemmen. Iedereen uit het publiek heeft twee stemmen en stemt op de personages die hij/zij uit de ballon wil hebben; iedereen stemt dus op twee verschillende personages!  

De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus van de klas.

Wie moet in de ballon blijven?

nummer 1

nummer 2

nummer 3

Nabespreken:

Wat was de tactiek van de winnaar; hoe dacht hij of zij het publiek voor zich te kunnen winnen? 

Applaus voor de winnaar!

Wat heb jij geleerd?

Wat heb je geleerd?

Tijdens het debatteren:

• let je op jouw stem en houding.
• houdt je tijdens jouw speech oogcontact met de klas.
• gebruik je een sterk argument dat je maakt met AUB (Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld).
• Heb je als publiek jouw klasgenoten beoordeeld op zijn/haar manier van debatteren.

Volgende les 

• Gaan we een begin maken met het verzamelen van argumenten voor de debatstellingen.