3.2 dieren

3.2 dieren
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.2 dieren

Slide 1 - Diapositive

Symmetrisch 

Opdracht --> 

symmetrisch = als je het in twee gelijke helften kan verdelen

Slide 2 - Diapositive

Symmetrisch 
Tweezijdig symmetrisch

Veelzijdig symmetrisch

Niet symmetrisch

Slide 3 - Diapositive

Wat voor symmetrie heeft een mens?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 4 - Quiz

Wat voor symmetrie heeft een vlinder?
A
Asymmetrisch
B
Meerzijdig symmetrisch
C
Niet symmetrisch
D
Tweezijdig symmetrisch

Slide 5 - Quiz

Wat voor symmetrie heeft een zeester?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
D
eenzijdig symmetrisch

Slide 6 - Quiz

Skelet
Skelet = de stevige delen van een dier

Functie skelet = stevigheid en bescherming

UITwendig skelet = aan de buitenkant
INwendig skelet = aan de binnenkant

Slide 7 - Diapositive

Skelet:
Geen skelet, uitwendig 
skelet of inwendig 
skelet.

Slide 8 - Diapositive

Het skelet is...
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van een skelet?
A
Stevigheid en bescherming
B
Flexibiliteit en bescherming
C
Stevigheid en Flexibiliteit

Slide 10 - Quiz

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 11 - Quiz

Indelen van dieren
 6 groepen

Slide 12 - Diapositive

Indeling van dieren
  1. Sponsen
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen 
  6. Gewervelden

Slide 13 - Diapositive

Vertakkingsschema
Je kunt groepen indelen in steeds kleinere groepen. 
Je gebruikt daarvoor een vertakkingsschema.

Slide 14 - Diapositive

Vertakkingsschema

Slide 15 - Diapositive

Vertakkingsschema

Slide 16 - Diapositive

Vertakkingsschema

Slide 17 - Diapositive

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening (of ordenen)

Slide 18 - Quiz

Hoe heet zo'n schema?
A
Rijkenschema
B
Soortentabel
C
Vertakkingsschema
D
Geen idee

Slide 19 - Quiz