U3 les 5

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Mardi 21 décembre
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen;
- Jij kunt werkwoorden uit U3, Apprendre 2 begrijpen en vertallen;
- Jij oefent voor de luisteertoets: jij kunt de cijfers herkennen en schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Objectif numéro 1
Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn de stappen om een werkwoord op -er te vervoegen?

Slide 4 - Question ouverte

Werkwoord op -er vervoegen in 3 stappen
Stap 1:Schrijf de pvnw op
Stap 2: -er eraf (= stam)
Stap 3: uitgang erbij
Vertaling
je, tu, il, elle etc.
donn
je donne
ik geef
tu donnes
jij geeft
il/elle/on donne
hij/zij geeft / wij geven
nous donnons
wij geven
vous donnez
u geeft / jullie geven
ils/elles donnent
zij geven

Slide 5 - Diapositive

Vertaal: "jullie kijken naar"

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal: zoeken

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal: "ik zoek"
A
je cherche
B
je joue
C
j'oublie
D
je commence

Slide 8 - Quiz

Il est 8.25. La classe...
A
s'appelle
B
commence
C
cherche
D
donne

Slide 9 - Quiz

Hamza .... au football
A
cherche
B
joue
C
demande
D
explique

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken
Exercices (alle opdrachten) 8A, 8B et 8C, pages 91 et 92. Pas op: opdracht 8A, 3, pagina 91: vertaal in plaats van luisteer.

Klaar? Maak zinnen (exercice 8D)

timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Exercice 8A, page 91
  • 8A, 1: Houd jij van jouw klas?
  • 8A, 2: Ik kijk naar mijn agenda
  • 8A, 3: je joue = ik spel
  • elle aime = ze houdt van
  • tu habites = jij woont
  • il prépare = hij maakt klaar
  • nous dansons = wij dansen

Slide 12 - Diapositive

Exercice 8A, page 91
  •  vous téléphonez = jullie bellen
  • ils regardent = zij kijken naar
  • on organise = men organiseert
  • elle parle = zij spreekt

Slide 13 - Diapositive

Exercice 8A, 4, page 91
  • je jou
  • elle aim
  • tu habites 
  • il prépar
  • nous dansons
  • vous téléphonez 
  • ils regardent 
  • on organise
  • elle parl

Slide 14 - Diapositive

Exercice 8A, 5 et 6, page 91
  • Jij hoort het niet
  • tu aimes 
  • nous terminons
  • ils détestent
  • je commence
  • il travaille
  • vous protestez

Slide 15 - Diapositive

Exercice 8A, 6, page 91
  • je regarde
  •  on présente
  • tu invites

Slide 16 - Diapositive

Exercice 8B, pages 91 et 92
  • 1/ Je regarde
  • 2/ On invite
  • 3/ Nous adorons 
  • 4/ Romain (il) prépare
  • 5/ Elles habitent
  • Tu travailles

Slide 17 - Diapositive

Exercice 8C, page 92
  • tu joues
  • vous écoutez
  • nous habitons
  • Est-ce que Maura et Charly mangent un hamburger ?
  • j'aime
  • on regarde 

Slide 18 - Diapositive

Maak een hele zin met het werkwoord "regarder". Gebruik "je".

Slide 19 - Question ouverte

Maak een hele zin met het werkwoord "parler". Gebruik "tu".

Slide 20 - Question ouverte

Objectif numéro 3
Jij oefent voor de luisteertoets: jij kunt de cijfers herkennen en schrijven

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 23 - Question ouverte