H.2 Gramm. woordsoorten-onbepaald voornaamwoord



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Vijftien minuten stil lezen
Kleine terugblik met vragen
Huiswerk bespreken
Nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon op stil in je tas  en je jas over de stoel
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Vijftien minuten stil lezen
Kleine terugblik met vragen
Huiswerk bespreken
Nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon op stil in je tas  en je jas over de stoel

Slide 1 - Diapositive

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je onbepaalde  voornaamwoorden kunt herkennen.


Even een terugblik naar de vorige les; betrekkelijk voornaamwoord




Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

HERHALING JAAR 2:

Voornaamwoorden zijn woorden die verwijzen naar personen, dieren of andere zelfstandige dingen.
Er zijn verschillende soorten voornaamwoorden.
 
Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) duidt een persoon, dier of ding aan: zij verloren de wedstrijd; pas op, hij bijt!; ik heb het op tafel gelegd.

Slide 4 - Diapositive

Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is. (een bezit)

Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: jullie tuin, ons feest, jouw beste vriend.


Slide 5 - Diapositive

Een onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt:
– Gisteren vertelde iemand mij iets, wat niemand mag weten.
De volgende woorden komen voor als onbepaald voornaamwoord: iemand, niemand, iedereen, men, je, menigeen, het, iets, zoiets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e).

Slide 6 - Diapositive

Er zijn drie lastige gevallen:

Het woord je is onbepaald voornaamwoord als het men betekent:
– Moeilijkheden kun je maar beter vermijden.

Het woordje wat is onbepaald voornaamwoord als het iets betekent:
– Neem jij ook wat mee naar het feest?

Het woordje het is een onbepaald voornaamwoord als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft:
Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig.





Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Gebruik voor het maken van de opdrachten de theorie op blz.64

Maken: startopdr. 
opdr. 1 t/m 4

Snel klaar? Dan blijf je stil en je gaat lezen in je boek 




























































































































Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive