Kapitel 2 Sylt 04-12 en 06-12

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Der Bauernhof

Was machen wir heute?

Wiederholung 
Nabespreken huiswerk
Klascode LessonUp

Opdrachten online zelfstandig maken (zelfstandig)

https://LessonUp.app/invite/group/zchqm (zie classroom)

Huiswerk nabespreken

Opdracht 6 en 8 blz 56/57/58 (m2m al gedaan)

 Opdracht 9, 10 en 11 blz 58/59

Opdracht 2 en 3 blz blz 60/61

Daarna zelfstandig aan de slag met LessonUp.

Zet de dagen van de week in de juiste volgorde.

Het weekend komt als laatste!

1

2

3

4

5

6

7

der Mittwoch

der Freitag

der Samstag

der Montag

der Sonntag

der Dienstag

der Donnerstag

ordentlich

verrückt

lustig

langweilig

der Wald

einfach

netjes

grappig

gek

gezellig

bijna

makkelijk

saai

het bos

nooit

paardrijden

Die Party ist toll. Tom hat Spaß.

Spaß haben

1. de kamer
2. plezier hebben
3. het bos
4. de vuurtoren

Die Kinder wollen trinken, weil sie Durst haben.

weil

1. nooit
2. bijna
3. als
4. omdat

Auf der Insel lernt sie reiten.

reiten

1. praten
2. wachten
3. paardrijden
4. spelen

Sleep de regel naar het lidwoord

der, die, das

Wanneer gebruik je der,die,das?

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

die

das

die

der

DER

DIE

DAS

woorden op

-chen en -lein

de jaargetijden

de maanden

mannelijke personen, dieren en beroepen

vrouwelijke personen, dieren en beroepen

woorden op

-keit en -ung

meeste het-woorden

woorden op -schaft

meeste woorden op een -e

de dagdelen

de dagen

woorden op -heit

meervoud

Kies steeds

der, die of das

Hahn

1. der
2. die
3. das

Professorin

1. der
2. die
3. das

Freitag

1. der
2. die
3. das

Kätzchen

1. der
2. die
3. das

Maschine

1. der
2. die
3. das

Freiheit

1. der
2. die
3. das

Direktor

1. der
2. die
3. das

Fräulein

1. der
2. die
3. das

Van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord

Vervang in de volgende opdrachten de woorden door er, sie of es!

die Insel

1. er
2. sie
3. es

der Flughafen

1. er
2. sie
3. es

die Freunde

1. er
2. sie
3. es

das Fußballspiel

1. er
2. sie
3. es

Shania ist meine beste Freundin.
SHANIA

1. er
2. sie
3. es

Jeremy

1. er
2. sie
3. es

deine Geschwister

1. er
2. sie
3. es

Kyan en Tom

1. er
2. sie
3. es

das Baby

1. er
2. sie
3. es

(Haus)aufgaben

(Haus)aufgaben

Aufgabe 1, Seite 60 
Aufgabe 2, Seite 60
Aufgabe 3, Seite 61

Aufgabe 5, Seite 62

Leren zinnen Redemittel sprechen blz 86

Lektion 2.3 Sprich mal online boek --> flitskaarten en woordtrainer (staat onderaan de pagina)

Maandag Stationen Lektion 1,2 en 3 blz 85 plus aantekeningen dagen van de week en aantekeningen, Redemittel Sprechen blz 86 en grammatica blz 51/52/58