Pedagogiek B4 Kleuter en communicatie/ontwikkelingsgebieden

Bijeenkomst 4
Kleuter en communicatie/
ontwikkelingsgebieden 
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Bijeenkomst 4
Kleuter en communicatie/
ontwikkelingsgebieden 

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Spelen, werken en liefhebben 
Spelwerelden (Vermeer)
Spelfasen (Parten)
Speelhoeken in de kleuterklas 

Slide 2 - Diapositive

Wat verstaan we onder liefhebben?

Slide 3 - Question ouverte

Noem de spelwerelden
van Vermeer.

Slide 4 - Carte mentale

Stuur een foto waar je
coöperatief spel (Parten) ziet.

Slide 5 - Question ouverte

Vandaag

Kleuters en communicatie 
Spel of geen spel? Didactische impulsen
Ontwikkelingsgebieden kleuters 
Observeren toets oefenen

Slide 6 - Diapositive

Communiceren
Wanneer het kind 4 jaar oud is, is het in staat zelfstandig te communiceren met familie en vrienden. 

Het kind begrijpt alledaagse gesprekjes en verhalen. 

Het kind begrijpt “waarom” en zal 
ook zelf steeds meer "waarom “ vragen.

Slide 7 - Diapositive

Communicatie is meer dan alleen gesproken taal.
 

Slide 8 - Diapositive

communicatie

Slide 9 - Carte mentale

Toch is de taalontwikkeling bij het jonge kind van groot belang! 

Slide 10 - Diapositive

Stimuleren van de taalontwikkeling:

  • ga dagelijks met het kind in gesprek.
  • stel niet alleen vragen maar vertel zelf ook wat je gedaan hebt.
  • laat het kind met andere kinderen spelen.
  • lees veel voor en laat het kind samen met jou het verhaal, vertellen, praat over wat er in het verhaal gebeurt, vraag hoe het ook zou kunnen aflopen.
  • maak gebruik van opzegversjes, rijmpjes en liedjes.
  • Taal is overal!

Slide 11 - Diapositive

12 gouden tips voor het voeren van gesprekken met jonge kinderen en het spelenderwijs leren van woorden.
1. Vertel het kind wat je aan het doen bent.
2. Geef het kind de gelegenheid om zelf te praten.
3. Probeer een reactie uit te lokken door een stilte te laten vallen of        
     prikkelende opmerking te maken.
4. Stel regelmatig open vragen.
5. Neem een kind serieus en praat over wat een kind bedoelt.
6. Reageer positief op de uitingen van het kind, ook al is die uiting niet 
     correct.

Slide 12 - Diapositive

7. Probeer een echt gesprek op gang te brengen.
8. leer het kind woorden die passen bij wat er op dat moment gebeurt.
9. Gebruik voorwerpen en plaatjes, gebruik gebaren of doe iets voor.
10. Kinderen zijn graag actief en willen meehelpen: maak hiervan gebruik.
11. Speel (taal)spelletjes met het kind, zing liedjes en zeg rijmpjes op.
12. lees een prentenboek meerdere keren voor.

Slide 13 - Diapositive

Spel of geen spel?
De IKEA bezorgt nieuwe tafels in de klas. De conciërge komt om alles in elkaar te zetten. De kinderen mogen de lege dozen gebruiken. Er ontstaan boten, hutten en auto's.



Slide 14 - Diapositive

Spel of geen spel?
Freek (5) wil de conciërge helpen. Hij houdt de poten vast en mag ze aandraaien met de sleutel. Als alle poten vast zitten zegt hij: “Zo! Klaar!” En hij gaat tevreden achter de tafel zitten.

Slide 15 - Diapositive

1

Slide 16 - Vidéo

00:56
Dit kind speelt
eens
oneens

Slide 17 - Sondage

1

Slide 18 - Vidéo

00:59
Deze kinderen spelen
eens
oneens

Slide 19 - Sondage

1

Slide 20 - Vidéo

00:42
Met dit materiaal spelen kinderen
eens
oneens

Slide 21 - Sondage

spel vs. activiteit 
Bij spel staat het doel niet van tevoren vast. 
Een activiteit bieden we vaak aan om een doel te bereiken.

Slide 22 - Diapositive

Het jonge kind leert:

  • Holistisch: in het grote geheel
  • Spelend
  • Van binnen naar buiten: eerst bij zichzelf dan de vertaalslag naar buiten zichzelf 
  • Doelvrij
  • Intuïtief

Slide 23 - Diapositive

Weet je nog? 
De kernactiviteiten:
Spel
Beeldende en constructieve activiteiten
Taalactiviteiten: vertellen, voorlezen, gedicht, gesprekken voeren
werken met gericht ontwikkelingsmateriaal
Representaties maken
Lees- schrijfactiviteiten
Reken-/wiskundeactiviteiten
Onderzoeksactiviteiten
Overige activiteiten

Slide 24 - Diapositive

Passende didactiek: thematisch werken vanuit de kernactiviteiten
De filosofie daarbij is: hoe hoger de kwaliteit van de activiteiten, hoe meer bedoelingen gerealiseerd worden.
Anders gezegd:
   Hoe beter de kwaliteit van het spelen, van het construeren, van het spreken, van lezen en schrijven, hoe meer kans op o.a. ontwikkeling van communicatie, leren samenwerken, redeneren, initiatief durven nemen.

Slide 25 - Diapositive

Criteria voor goede activiteiten
Betrokkenheid  
Bedoelingen
Betekenisvol  
Bemiddelen de rol van de leerkracht (didactische impulsen) (blz. 294)
Brede ontwikkeling

Slide 26 - Diapositive

Bemiddelen: 5 didactische impulsen
  1. Gezamenlijk oriënteren op de activiteit 
  2. Structureren en verdiepen van de activiteit 
  3. Verbreden naar een andere activiteit 
  4. Toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden 
  5. Reflecteren op de activiteit   

Slide 27 - Diapositive

Video meespelen (ppt op it's)

Slide 28 - Diapositive

Meespelen en de impulsen 
Je spiegelt en verwoordt jouw verwondering (Oriënteren)
Je voegt vanuit jouw eigen spel iets toe (ik ga nu……) (Verdiepen)
Je verbreedt binnen de activiteit (he, het lijkt wel een… of ik ga een kijken hoe groot…. Of ik pak…. erbij) (Handelingsmogelijkheden)
Reflectie (1) terug kijken met de kinderen. (Dit is ook een moment om te 
                                                                                      verbreden naar andere activiteiten.)
                    (2) De successen eruit filteren en vergroten


Slide 29 - Diapositive

Ontwikkelingsgebieden kleuters
Fysieke ontwikkeling (grote en kleine motoriek)
Sociale ontwikkeling (contact, spel)
Emotionele ontwikkeling (angst, agressie en fantasie)
Morele ontwikkeling (goed/fout, normen en waarden)
Zintuigelijke ontwikkeling (visueel en auditief)
Seksuele ontwikkeling (jongen/meisje, omgang lichaam)
Identiteitsontwikkeling (wie ben ik?)

Slide 30 - Diapositive

Fysieke ontwikkeling 

Slide 31 - Diapositive

Grote motoriek

Slide 32 - Diapositive

Kleine motoriek

Slide 33 - Diapositive

activiteiten bij de kleuters:
kleine motoriek

Slide 34 - Carte mentale

Sociale ontwikkeling 
Contact met leeftijdsgenoten 
Spel 

Slide 35 - Diapositive

Contact met leeftijdsgenoten 

Graag anderen in omgeving
Egocentrisch
Geen interactie
Voorkeur voor leeftijdsgenoten

Slide 36 - Diapositive

Spel
Ook cognitief en maatschappelijke functie
Niet direct een doel
Periodes in spel volgends Piaget:
Preoperationele periode: Symbolische spel, Doen alsof, Meer samenspel, Machtsverhouding omdraaien)
Concreet-operationele periode: Spel volgens regels


Slide 37 - Diapositive

Emotionele ontwikkeling 
Angst 
Agressie 
Fantasie 

Slide 38 - Diapositive

Angst

niet altijd zichtbaar
 neem het serieus
Benader de angst van het kind rustig en 
start een langzaam proces

Slide 39 - Diapositive

Agressie
Instrumentele agressie: wordt gebruikt om iets voor elkaar te krijgen (Het is doordacht).
Vijandige agressie: Andere namen zijn reactieve agressie, impulsieve agressie of de defensieve agressie.
Dit type agressie komt voort uit een reactie op een situatie en/of gevoel. (Het is direct,
rechtstreeks en onverholen)

Slide 40 - Diapositive

Fantasie 

Antropomorfiseren (toekennen van menselijke
     eigenschappen aan dingen e.d.)

Magisch denken 

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Morele ontwikkeling 
Gewetensvorming: weten wat is goed en fout volgens de normen en waarden en hiernaar proberen te handelen

Slide 43 - Diapositive

Zintuigelijke ontwikkeling 
visueel 
auditief
voelen (ook motorische ontwikkeling)
proeven (komt niet vaak in het onderwijs)

Slide 44 - Diapositive

Seksuele ontwikkeling 
Seksetypisch gedrag: speelgoed (auto/pop)
Classificeren: oude kleuter maakt onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk
Vrije omgang met lichaam: openlijk gekeken, bevraagd en aangeraakt

Slide 45 - Diapositive

Identiteitsontwikkeling
Besef eigen “ik”: zichzelf beschrijven (veranderlijk), behoefte autonomie


Slide 46 - Diapositive

Observatie toets 
Koppeling met vandaag:
5. Benoem twee ontwikkelingsgebieden in het handelen (en het denken dat we aannemen) van het kind aan bod komen en licht deze toe.

Slide 47 - Diapositive

De geheime wereld van 4 jarigen 
Seizoen 2017 afl 5. (18.00-22.58)
https://www.npostart.nl/het-geheime-leven-van-4-jarigen/17-07-2018/VPWON_1293180

In welke wereld spelen de kinderen (Vermeer)?
In welke speelfase spelen de kinderen (Parten)?
Welke ontwikkelingsgebieden komen voorbij?

Slide 48 - Diapositive

Presentaties voor de vakantie 
15-10-2021 inleveren via het inleverpunt in de planner op it's!
Denk aan de juiste bestandsnaam!

Slide 49 - Diapositive

Na de vakantie...
Ouders en voorbereiden voor de toets. 
Voorbereidingen op it's 

Slide 50 - Diapositive