Odyssee opfrissen voor de Atoets P4

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Homerus - Odyssee

Algemeen

De volgende vragen gaan over de Odyssee als geheel.

Odysseus' eindeloos lange zwerftocht begon, nadat hij een godheid boos had gemaakt, op de terugweg na de succesvolle overwinning op Troje. Van welke godheid had Odysseus zich de woede op de hals gehaald?

1. Zeus
2. Hera
3. Athena
4. Poseidon

Tijdens zijn zwerftocht werd Odysseus door één godheid juist geholpen in zijn pogingen weer thuis te komen, ook al duurde het tien jaar voor dit lukte. Door welke godheid werd Odysseus gesteund?

1. Zeus
2. Hera
3. Athena
4. Poseidon

De Odyssee bestaat uit een aantal 'boeken'.
Dit zijn boekrollen, die in omvang te vergelijken zijn met een stevig hoofdstuk. Uit hoeveel boeken bestaat de Odyssee ook al weer?

1. 6
2. 12
3. 24
4. 48

De Odyssee is grofweg in drie delen op te splitsen. Welke volgorde van die delen klopt?

1. Telemachie Odysseus vertelt zijn verhaal terugkomst op Ithaka
2. Odysseus vertelt zijn verhaal Telemachie terugkomst op Ithaka
3. terugkomst op Ithaka Telemachie Odysseus vertelt zijn verhaal
4. Telemachie terugkomst op Ithaka Odysseus vertelt zijn verhaal

We weten dat de Odyssee een lange orale traditie heeft gekend, voordat deze werd opgeschreven.
Welke kenmerken van de orale traditie vinden we in de Odyssee terug?

Epos

De volgende vragen gaan over het genre 'epos' en de daarbij behorende stijl.

De Odyssee is een epos.
Welke aspecten kenmerken
het genre 'epos'?

Koppel de begrippen aan hun definitie.

wanneer je iemand noemt bij de naam van zijn/haar vader.

een achtervoegsel achter een woord om bijv. een richting aan te geven, of juist een verwijdering.

wanneer een samengesteld werkwoord uit elkaar ‘gesneden’ wordt. 

tmesis

patronimicum

suffix

Welk van deze stijlfiguren heeft niets te maken met woordschikking?

1. enjambement
2. hyperbaton
3. chiasme
4. Homerische vergelijking

Koppel de stijlfiguren aan hun definitie.

opeenvolgende versregels beginnen met hetzelfde woord.

het veelvuldig gebruik van dezelfde klinker(s) in een reeks naburige woorden.

opeenvolgende woorden beginnen met dezelfde medeklinker.

assonantie

alliteratie

anafoor

Tekst

De volgende vragen gaan over het gedeelte van de Odyssee, dat jullie hebben gelezen   

r. 34 "οἱ δ᾽ ὡς οὖν ξείνους ἴδον"
In dit tekstfragment is sprake van inversie.
Welke twee woorden zijn van plek gewisseld?

1. οἱ & δ'
2. οἱ & ὡς
3. δ' & ὡς
4. ὡς & οὖν

r. 34 "οἱ δ᾽ ὡς οὖν ξείνους ἴδον"
Wat had er kunnen gebeuren als de inversie van
οἱ en ὡς niet had plaatsgevonden?

boek 6

Odysseus is  tien jaar na afloop van de Trojaanse Oorlog aangespoeld op het eiland Scheria. Zelf heeft hij geen idee waar hij is, of wat voor een mensen er op dit eiland wonen. 

Tijdens zijn zwerftochten heeft hij zowel heel gastvrije volkeren ontmoet als moeten wegvluchten uit gevaar voor zijn leven. Terwijl Odysseus de opties overpeinst, ziet hij plots een groepje vriendelijk ogende jonge vrouwen voorbij lopen.

6.119-210

Odysseus  kruipt uit de bosjes (en ziet er natuurlijk vreselijk belabberd uit als gevolg van zijn lange reis op zee) en benaderd met enige aarzeling de groep vrouwen om hen om hulp te vragen. Hij heeft de mazzel dat één van de vrouwen Nausikaä is, de prinses van het Faiaakse volk dat Scheria bewoont.

Hoe reageren de vrouwen, wanneer zij Odysseus zien?

is/zijn bang en vlucht(en) weg.

blijft/blijven staan en gaat/gaan in gesprek met Odysseus.

dienaressen

Nausikaä

Nausikaä vluchtte niet, omdat de godin Athena haar angst wegnam, opdat zij Odysseus zou helpen.

1. waar
2. niet waar

In de complimenten die Odysseus Nausikaä geeft, vergelijkt hij haar met de godin Aphrodite.

1. waar
2. niet waar

Nausikaä meent dat rampspoed door Zeus wordt toegekend aan slechte mensen, en dat Odysseus dus vast en zeker een slecht mens is.

1. waar
2. niet waar

Nausikaä vindt dat haar dienaressen zich een beetje aanstellen, dat ze gelijk wegvluchten voor Odysseus.

1. waar
2. niet waar

Nausikaä wil Odysseus wel helpen, omdat er wel vaker schipbreukelingen aanspoelen op Scheria.

1. waar
2. niet waar

Welk epitheton ornans hoort bij wie?

Alkinoös

Nausikaä

de dienaressen

blankarmig

edelmoedig

met mooie vlechten

Nausikaä draagt haar dienaressen op Odysseus te wassen en te voeden. 

Zij zijn nog steeds wel bang voor Odysseus, maar doen wat Nausikaä zegt.