Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Bij de ingang van een magazijn staat dit bord. Wat betekend dit?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is het voordeel van het vrije locatiesysteem?
A
de opgeslagen goederen zijn makkelijk terug te vinden
B
de ruimte wordt zo goed mogelijk benut
C
ieder artikel heeft zijn vaste plaats
Slide 3 - Quiz
Wat is een bedrijfskolom?
Slide 4 - Question ouverte
In een magazijn wordt gebruikt gemaakt van het FIFO-systeem. Welk opslagmiddel is het meest geschikt om ontvangen producten op pallets op te slaan?
A
de doorrijstelling
B
de inrijstelling
C
de legbordstelling
D
entresol
Slide 5 - Quiz
Bij een groothandel komt een bestelling binnen met goederen die bijtend zijn. Welk plaatje staat op de verpakking?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
Er ligt ligt een plas olie op de magazijnvloer. Hoe moet je dit opruimen en afvoeren?
Slide 7 - Question ouverte
Noem 3 taken die een BHV-er verricht als het nodig is.
Slide 8 - Question ouverte
Gebodsbord
Verbodsbord
Waarschuwingsbord
Reddingsbord
Welk bord hoort bij welke omschrijving? Sleep ze ernaartoe
Slide 9 - Question de remorquage
Welk van onderstaand afval hoort bij restafval? Schrijf er twee op: leeg verfblik - appelschillen - batterijen - plastic - karton - nylon touw - stapels met kranten - gebroken kopje
Slide 10 - Question ouverte
Zet de lijst met werkzaamheden van de inbound van goederen in de juiste volgorde : 1. aftekenen vrachtbrief 2. lossen en controleren van de goederen 3. opslaan van goederen 4. toewijzen losdock 5. voorbereiding ontvangst en opslag
Slide 11 - Question ouverte
Schrijf op in welke geconditioneerde ruimte in een DC elk van onderstaande producten het beste kan worden opgeslagen: 1. aardappel kroketten 2. juwelen 3. vuurwerk 4. kaas
Slide 12 - Question ouverte
Je ontvangt goederen en tekent de vrachtbrief voor ontvangst. Er ontbreekt 1 collo . Schrijf je dit op de vrachtbrief? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf 2 voorbeelden op van een eendimensionaal intern transportmiddel
Slide 14 - Question ouverte
Wat betekent deze afbeelding?
Slide 15 - Question ouverte
Wat doet een cargadoor?
A
deze laadt en lost
B
deze vertegenwoordigt de rederij
C
deze zet de ladingvast
D
deze regelt zeetransport
Slide 16 - Quiz
Je gebruikt een schoonmaakmiddel dat bijtend of irriterend is. Welke 2 voorzorgsmaatregelen moet je nemen?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het doel van HACCP?
A
het geeft richtlijnen voor de voedselveiligheid
B
het geeft richtlijnen voor de veiligheid in het magazijn
C
het geeft richtlijnen voor de opslag van gevaarlijke stoffen
Slide 18 - Quiz
Geef per transportmiddel aan of deze heffend of niet-heffend is: 1. steekwagen 2. vorkheftruck 3. elektrische pallettruck 4. reachtruck 5. palletwagen 6. stellingsbedieningsapparatuur