H 10 beweging Mavo deel

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

mavo deel van 10.3 + 10.4

10.3 extra uitleg versnelling Mavo

Eenparig versneld of vertraagd

a = een versnelling of vertraging

Ve = Snelheid eind

Vb = Snelheid begin

Vgem = gemiddelde snelheid bij een versnelling of vertraging.

a=​t​​V​e​​−V​b​​​​

V​gem​​=​2​​V​e​​+V​b​​​​

Versnelling

versnelling = snelheidsverandering / tijdsverandering

a=​(Δt)​​(Δv)​​

00:15

Hoe zie je dat het een diagram van een versnelling is?

00:52

snelheid

tijd

afstand

meter / kilometer

m of km

v

m/s, km/h

t

seconde, uur

02:00

wat is nu de eerste stap om deze vraag te berekenen?

1. snelheid berekenen
2. formule opschrijven
3. tijd berekenen
4. getallen omrekenen naar m

02:44

Een auto versneld eenparig van 36km/h naar 90km/h. Hier doet die 200m over. Bereken de versnelling van de auto.

Wat is de versnelling? 

a=​Δt​​Δv​​

Een auto versneld eenparig van 36km/h naar 90km/h. Hier doet die 200m over. Bereken de versnelling van de auto. 

Uitwerking

gegeven:

gevraagd:

formule:

omrekenen naar m/s 

uitwerking: (GGF)

gegeven:

gevraagd:

formule:

omrekenen naar m/s 

Een auto versneld eenparig van 36km/h naar 90km/h. Hier doet die 200m over. Bereken de versnelling van de auto.

MAVO DEEL 10.4

Een auto remt af voor een bocht. Hij beweegt  5s lang eenparig vertraagd. In die tijd is de snelheid afgenomen van 81 km/h naar 27 km/h. Bereken de vertraging. 

formule om eindsnelheid te berekenen. 

Ve = Vb - a x t

Een auto, een vrachtwagen en een bromfiets staan naast elkaar voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen, rijden ze weg. Ze bewegen zeker 3 seconden lang eenparig versneld:

 

– de auto met een versnelling van 3,2 m/s2;

welke snelheid heeft de auto na die 3 s?  Ve = Vb - a x t

Een auto, een vrachtwagen en een bromfiets staan naast elkaar voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen, rijden ze weg. Ze bewegen zeker 3 seconden lang eenparig versneld:

– de auto met een versnelling van 3,2 m/s2;

– de vrachtauto met een versnelling van 0,8 m/s2;

– de bromfiets met een versnelling van 2,3 m/s2

a) Reactietijd =..........s

b) Vertraging = ..........

c) stopafstand = ......

Controlevragen

Kate fietst 36 km/h  en houdt op met trappen waardoor ze na 20 s stil staat. Bereken haar vertraging.

Controlevraag

Teken in één s,t diagram;

a) een eenparige beweging

b) een eenparig vertraagde beweging

c) een eenparig versnelde beweging

0