Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Een nieuwe leider
Slide 1 - Diapositive
Herhalen
We gaan zo eerst wat doelen van de vorige lessen herhalen.
Slide 2 - Diapositive
Wat is geen punt uit de vrede van Versailles?
A
Duitsland kreeg de schuld van WOI
B
Duitsland werd uitgeroepen tot winnaar van WOI
C
Duitsland mocht maar een klein leger hebben
D
Duitsland moest herstelbetalingen doen
Slide 3 - Quiz
In welk jaar was de beurskrach?
A
1918
B
1919
C
1929
D
1930
Slide 4 - Quiz
In 1929 hadden de Duitsers veel vertrouwen in de democratie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
In 1917 werd Rusland?
A
Kapitalistisch
B
Democratisch
C
Communistisch
D
Socialistisch
Slide 6 - Quiz
Adolf Hitler
Geboren in Oostenrijk, had als soldaat in het Duitse leger gevochten in de loopgraven.
Hij was net als veel soldaten teleurgesteld in de regering.
Slide 7 - Diapositive
Kunstacademie
Hitler wilde vroeger helemaal geen dictator worden. Hij wilde graag naar de kunstacademie in Wenen. Helaas werd hij hiervoor afgewezen.
Schilderij gemaakt door Hitler
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
NSDAP
Hitler sloot zich aan de bij de NSDAP, een politieke partij. Hij werd al snel de leider van deze partij. De aanhangers werd nazi's genoemd. De nazi's gaven van alles wat fout ging de joden en communisten de schuld.
Met dit soort verkiezingsposters probeerden de nazi's met verkiezingen veel stemmen te krijgen.
Slide 10 - Diapositive
Wat wilde de NSDAP?
1. Het verdrag van Versailles opzeggen.
2. Duitsland economisch en militair weer een sterk land maken.
3. Alleen maar echte Duitsers in Duitsland.
4. Alle Duitssprekende mensen in 1 land.
5. Het land moet 1 leider hebben.
Slide 11 - Diapositive
Hitler
Hitler beloofde de Duitsers werkgelegenheid, het verdrag van Versailles terug te draaien en eerherstel voor Duitsland. De regering kon de economische crisis maar niet oplossen, steeds meer mensen gingen in Hitler geloven.
Hiernaast een poster voor de NSDAP. Er staat Hitler bouwt op, help mee.
Slide 12 - Diapositive
Uit welk land kwam Hitler?
A
Oostenrijk
B
Duitsland
C
Zwitserland
D
Sovjet-Unie
Slide 13 - Quiz
Van welke politieke partij werd Hitler lid?
A
PVDA
B
CPN
C
NSDAP
D
D66
Slide 14 - Quiz
De nazi's waren een voorstander van democratie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Hitler wilde het verdrag van Versailles opzeggen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Verkiezingen
In 1929 deden de nazi's mee met de verkiezingen en behaalden een grote winst. Met propaganda, dat is jezelf de hemel inprijzen en de tegenstanders zwart maken, trokken de nazi's veel stemmen.
Slide 17 - Diapositive
1933
In 1933 kwamen de nazi's in de regering. Hitler werd minister-president. Maar toch waren de nazi's niet tevreden. Ze wilden dat Hitler in zijn eentje ging regeren en bedachten een plan: ze staken de Reichstag in de brand.
De nazi's staken de Reichstag, het Duitse regeringsgebouw in de brand. Ze gaven de schuld aan de communisten en wilden nieuwe verkiezingen.
Slide 18 - Diapositive
Nieuwe verkiezingen
In 1933 kregen de nazi's 44% van alle stemmen.
Hitler liet parlementsleden intimideren om een machtigingingswet te ondertekenen.
Hitler kon in zijn eentje gaan regeren.
Kaart met de verkiezingsuitslag van 1933. Des te donkerder de kleur, des te meer mensen er op de NSDAP hebben gestemd.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Dictatuur
Hitler schafte de democratie af. De nazi's hadden het voor het zeggen. Ze wilden dat iedereen net zo ging denken als de nazi's. Dagelijks, ook op scholen, kregen mensen met de ideeen van de nazi's te maken.
De democratie werd afgeschaft, Duitsland veranderde in 1933 in een dictatuur. In een dictatuur heeft 1 persoon alle macht.
Slide 21 - Diapositive
Hitler's politiek
Hitler had het Duitse volk werk beloofd, die belofte vulde hij in. Hij liet de Duitsers wapens bouwen voor een nieuwe oorlog. Ook liet hij snelwegen aanleggen door Duitsland.
Slide 22 - Diapositive
Duitsland wordt groter
Hitler beloofde ook alle Duits sprekende mensen te verenigen in 1 land. In 1938 lijfde hij Oostenrijk en Sudetenland in bij Duitsland. Frankrijk en Engeland gingen hiermee akkoord, ze wilden geen nieuwe oorlog.
Het witte stuk is Sudetenland en hoorde bij Tsjechoslowakije. Er woonden veel Duitsers in Sudetenland. Hitler wilde het hebben en in overleg met Frankrijk en Engeland mocht hij het inpikken.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Wat is propaganda?
A
Jezelf slecht afbeelden en de ander niet
B
Reclame maken voor jezelf
C
Jezelf goed afbeelden en de anderen slecht
D
Een soort verkiezingsposter.
Slide 25 - Quiz
Wat staken de nazi's in 1933 in brand?
A
De Hitlerbunker
B
Het Witte Huis
C
De Eiffeltoren
D
De Reichstag
Slide 26 - Quiz
In welk jaar greep Hitler de macht?
A
1919
B
1930
C
1933
D
1938
Slide 27 - Quiz
Wat is een dictatuur?
A
Dan regeert er iemand in zijn eentje
B
Dan is er sprake van meerdere partijen die regeren
C
Dan zijn er wel verkiezingen, maar staat de uitslag al vast
D
Dan regeren er twee personen
Slide 28 - Quiz
Hoe zorgde Hitler voor werkgelegenheid in Duitsland?
A
Mensen gingen koelkasten en tv's bouwen
B
Mensen ging snelwegen aanleggen en huizen bouwen
C
Mensen gingen wapens bouwen en snelwegen aanleggen
D
Mensen gingen het leger in en tv's bouwen
Slide 29 - Quiz
Welke twee gebieden pikken de Duitsers in voor de Tweede Wereldoorlog?