A1, thema 2 oefentoets Taal Compleet

Heb je de opdrachten van thema 2 gemaakt?
A
Ja
B
Nee
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Heb je de opdrachten van thema 2 gemaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

Heb je de toets van thema 2 op de computer gemaakt
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Wat is geen vraagwoord?
A
omdat
B
wanneer
C
waar
D
hoeveel

Slide 3 - Quiz

..... woon jij?

Slide 4 - Question ouverte

.... ga je naar je vriend?
A
Hoeveel
B
Waar
C
Wanneer
D
Wie

Slide 5 - Quiz

... komt bij mij op bezoek?

Slide 6 - Question ouverte

... dagen sport jij per week?

Slide 7 - Question ouverte

Welke datum hoort bij 12-8
A
8 december
B
12 augustus
C
12 december
D
8 augustus

Slide 8 - Quiz

Wat is een goede opdracht?
A
Zet een kruisje door ....
B
Zet een kruisje om ....
C
Zet een kruisje onder ....
D
Trek een kruisje

Slide 9 - Quiz

Maak een goede zin met:
mooi, kan, Hiba, schrijven

Slide 10 - Question ouverte

Maak een goede zin met:
een potlood, Olek, ziet

Slide 11 - Question ouverte

Wat schrijf je in een agenda?

Slide 12 - Question ouverte

Bob .... graag thee.
A
drinken
B
drink
C
drinket
D
drinkt

Slide 13 - Quiz

Zij ... de woorden op de computer.
A
typ
B
typen
C
pyt
D
pyten

Slide 14 - Quiz

.... ik morgen naar de tandarts?
A
Moe
B
Moeten
C
Moet
D
Moete

Slide 15 - Quiz

De docent ... de vraag niet.
A
begrijpen
B
begrijp
C
begrijpt
D
begrijpet

Slide 16 - Quiz

Jij ... naar het kind.
A
luisteren
B
luister
C
luistert
D
luisteret

Slide 17 - Quiz

Wat zeg je als je iets krijgt?
A
alsjeblieft
B
graag gedaan
C
dank je wel
D
graag

Slide 18 - Quiz

De vrouw ...: 'Wat wilt u drinken?'
A
geeft
B
vraagt
C
krijgt
D
helpt

Slide 19 - Quiz

... helpt de vrouw.
A
Alsjeblieft
B
Geeft
C
Iemand
D
Krijgt

Slide 20 - Quiz

Wat is de titel van jouw boek?

Slide 21 - Question ouverte

Wat vraag je als je iets niet begrijpt?
A
Wat is dat?
B
Wat zeg je?
C
Hoe schrijf je dat?
D
Ik begrijp het niet.

Slide 22 - Quiz

De docent schrijft zinnen op ...
A
de pen.
B
het potlood.
C
de tekst.
D
het bord.

Slide 23 - Quiz

In de pauze kun je ... roken.
A
praten
B
binnen
C
drinken
D
buiten

Slide 24 - Quiz


Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage