BS 6 Reductiedeling (meiose)

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

BS6 Reductiedeling (meiose)

Leerdoelen

- Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken zijn.

- Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen benoemen.

- Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen. 

Geslachtscellen

Alleen bij geslachtelijke voortplanting heb je geslachtscellen. 

Bij de mens: Eicellen en zaadcellen.

Elke geslachtscel heeft 23 chromosomen (altijd oneven)

Bij meiose/reductiedeling worden de geslachtscellen gemaakt. 

Reductiedeling/ Meiose stappen

1. Cel met nog onzichtbare chromosomen die straks gaat delen.

2. Kopie, waarna chromosomen ook zichtbaar worden.

3. Het kernmembraan verdwijnt, chromosomen liggen in het midden. De chromosomenparen gaan uit elkaar. 

4.. De cel deelt. De chromosomenparen zijn uit elkaar, maar in elke cel zitten nog de kopieën bij elkaar.

5. De kern deelt nog een keer. De twee kopieën gaan uit elkaar. 

6. Er zijn vier cellen ontstaan. Per cel een chromosoom een keer voor. Geen chromosomenparen meer. (Weer onzichtbaar).

Geslachtschromosomen 

46 chromosomen en 23 chromosomenparen. 

1 chromosomenpaar (2 chromosomen) zijn geslachtschromosomen. 

XX is meisje. XY is een jongen. 

Kern eicel altijd een X en bij kern van een zaadcel een X of Y.

Aan het werk..

- Per viertal krijg je een A3-papier. Iedere leerling een eigen kleur. 

- Samen zorg je dat je de stappen van meiose en mitose tekent/schrijft op het blad, zodat jullie alle vier beide celdelingen begrijpen. 

Klaar en goedgekeurd? Maken opdr. 1-7 van BS 6 thema 1.

Lesafsluiting

- Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken zijn.

- Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen benoemen.

- Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.