TT/VT persoonsvorm

Werkwoordspelling
1 / 17
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Persoonvorm tegenwoordige tijd
Twijfel je? 
Verander de persoonsvorm in  'lopen'

Slide 5 - Diapositive

Je schrijft wat je hoort
worden ----  Hij wordt/word ??? morgen 17 jaar
lopen ----      Hij loopt morgen ....


Slide 6 - Diapositive

Je schrijft wat je hoort
worden ----  Hij wordt/word ??? morgen 17 jaar
lopen ----      Hij loopt morgen ....


Slide 7 - Diapositive

Nog een paar voorbeelden
Hij beantwoordt -->         hij loopt
Zij wordt -->                         zij loopt
Wordt zij -->                         loopt zij
Word jij -->                         loop jij

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hij                               mijn vraag. 
beantwoord
beantwoordt

Slide 10 - Question de remorquage

De                                schade viel mee.
aangerichte
aangerichtte

Slide 11 - Question de remorquage

De buurvrouw                           betaalt de rekening.
betaaldt
betaalt

Slide 12 - Question de remorquage

De spelers                               in het nieuwe stadion. 
trainden
trainde

Slide 13 - Question de remorquage

Je kunt toch wel even op ons
wachten
wachtten 

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Lien

Heb je wat aan deze les gehad?
Ja, het is wat duidelijker nu
Nee, nog meer vragen dan ik al had
Weet ik nog niet

Slide 17 - Sondage