herhaling klimaat VS en luchtdruk gebieden

H1: De Verenigde Staten in Beeld

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1: De Verenigde Staten in Beeld

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
- Herhaling Paragraaf 1
- Klimaatfactoren
- Koppen

vandaag bespreken we toetsstof!

Slide 2 - Diapositive

Geografische breedte
De evenaar verdeelt de aardbol in twee helften: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond. De twee halfronden kun je opdelen in breedtegraden. Bij de evenaar staat 0, bij de twee polen staat 90. Op elke breedtegraad kun je een cirkel trekken,

Slide 3 - Diapositive

Breedteligging
Situatie A:
Zonnestralen leggen korte afstand af en heeft een kleine invalshoek. Waardoor er een kleiner oppervlak wordt verwarmd. Hierdoor wordt het warmer.  
Situatie B: 
Zonnestralen leggen lang afstand af en heeft een grote invalshoek. Waardoor er een groter oppervlak wordt verwarmd. Hierdoor wordt het kouder
A
Rond de evenaar, tussen 23,5 graden noorderbreedte (Kreeftskeerkring) en de 23,5 zuiderbreedte (Steenbokskeerkring) in dit gebied heeft de zon een kleine invalshoek. Waardoor er een kleiner oppervlak wordt verwarmd, hierdoor is de temperatuur hoger. 
B
Rond tussen 23,5 graden noorderbreedte (Kreeftskeerkring) en de 66,5 noorderbreedte (Noordpoolcirkel) in dit gebied heeft de zon een grote invalshoek. Waardoor er een groter oppervlak wordt verwarmd, hierdoor is de temperatuur lager. 

Slide 4 - Diapositive

Hoe hoger de breedteligging hoe ......... de temperatuur
A
Warmer
B
Kouder

Slide 5 - Quiz

Zee en wind
Aanlandige wind (wind van zee):
De zee heeft een verkoelende werking in de zomer en een opwarmende werking in de zomer. het verschil in de winter en zomertemperatuur is niet groot.  Je ziet bij een aanlandige wind ook vaak dat er meer neerslag valt.

Aflandige wind (wind van land):
Land heeft een sterk afkoelende werking in de winter en een sterk opwarmende werking in de zomer. Deze gebieden is het vaak heel koud of heel heet. Het verschil in het jaaramplitude kan wel 50 graden Celsius zijn. 


Slide 6 - Diapositive

Aanlandige wind zorgt voor:
A
Verkoeling in de zomer, minder kou in de winter
B
Verkoeling in de zomer, ijzige kou in de winter
C
Hoge temperaturen in de zomer, ijzige kou in de winter
D
Hoge temperaturen in de zomer, minder kou in de winter

Slide 7 - Quiz

Loef en Lijzijde

Slide 8 - Diapositive

Ligt Death Valley aan de loef- of lijzijde?
A
Loefzijde
B
Lijzijde

Slide 9 - Quiz

Welke klimaatfactor wordt met de begrippen loef- en lijzijde bedoeld?
A
Hoogteligging
B
Invloed wind- en/of zeestromen
C
Breedteligging
D
Ligging van gebergten

Slide 10 - Quiz

Welke klimaatfactor zie je hier?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
aanlandige wind
D
Ligging van gebergte (loef-lijzijde)

Slide 11 - Quiz

Klimaatsysteem van Köppen

Overzicht van het klimaatsysteem van Köppen

Slide 12 - Diapositive

Grote letter en kleine letter
Bij het A, C & D klimaat komt achter de hoofdletter een kleine letter om de neerslag aan te geven:
w = winterdroogte
s = zomerdroogte
f = in elke maand ongeveer evenveel regen
!"droog" betekent veel minder regen in bepaalde maanden!
Een voorbeeld is Af (Tropisch Regenwoud klimaat), of Cf (gematigd Zeeklimaat

Slide 13 - Diapositive

Bij het B en E klimaat zijn er twee grote letters

BW Woestijn
BS Steppe



EF Poolklimaat
EH Hooggebergteklimaat
ET Toendraklimaat

Slide 14 - Diapositive


A
Cf
B
Df
C
Af

Slide 15 - Quiz


A
Cw
B
Dw
C
Cf
D
Df

Slide 16 - Quiz

bij werken
paragraaf 1: alle opdrachten (ook de Herhaling)

klaar?
maak een samenvatting H1
of zoek op:
Wet van Buys Ballot
en
Corioliseffect
Wat betekenen de begrippen en wat hebben ze met elkaar gemeen?

Slide 17 - Diapositive