1hv-5.3 Lezen - les 3

IN DEZE LES
# quiz over de begrippen bij leesvaardigheid
* tekstdoelen
* tekstverbanden
# zelf aan het werk met tekst 4 van par. 5.3 Lezen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

IN DEZE LES
# quiz over de begrippen bij leesvaardigheid
* tekstdoelen
* tekstverbanden
# zelf aan het werk met tekst 4 van par. 5.3 Lezen

Slide 1 - Diapositive

Een tekstdoel is ...
A
het doel dat de lezer heeft met het lezen van de tekst
B
het doel dat in de tekst wordt besproken
C
het doel dat de schrijver heeft met het schrijven van teksten
D
het doel dat de schrijver wil bereiken bij de lezer

Slide 2 - Quiz

Welke tekstdoelen ken je?
Geef 1 keer antwoord en noteer zoveel mogelijk doelen!

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Wat is het tekstdoel van
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 5 - Quiz


A
Het tekstdoel van deze tekst is informeren.
B
Het tekstdoel van deze tekst is overtuigen.
C
Het tekstdoel van deze tekst is activeren.
D
Het tekstdoel van deze tekst is amuseren.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Wat is het tekstdoel van dit filmpje?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Onze familie houdt zowel van hockey als van hardlopen.
A
opsommend verband
B
uitleggend verband
C
tijdsvolgorde verband
D
concluderend tekstverband

Slide 11 - Quiz

Op zondag gaan we altijd hockeyen, nadat we vijf kilometer hebben gerend.
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
tijdsvolgorde tekstverband
D
uitleggend verband

Slide 12 - Quiz

Mijn zus Diana hockeyt bij UVC, ze wordt echter nooit opgesteld.
A
opsommend tekstverband
B
tegenstellend verband
C
redengevend verband
D
toelichtend verband

Slide 13 - Quiz

Meisjes zoals Diana blijven dan positief.
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
uitleggend verband
D
concluderend verband

Slide 14 - Quiz

Oom Leopold doet nooit mee, hij leest namelijk liever de krant.
A
opsommend verband
B
redengevend verband
C
uitleggend verband
D
concluderend verband

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk - Talent 5.3 Lezen
Maak de opdrachten bij bij tekst 4

opdracht 10 tm 16

Kijk zelf na, staat op classroom

timer
25:00

Slide 17 - Diapositive