Medea eerste en vijfde epeisodion - samengevat

Euripides Medea 
eerste en vijfde epeisodion 
samengevat
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Euripides Medea 
eerste en vijfde epeisodion 
samengevat

Slide 1 - Diapositive

Sleep de gebeurtenissen rondom Medea in de goede volgorde.
Medea helpt Jason met het Gulden vlies
Jason gaat trouwen met de prinses van Korinthe
Medea wordt verbannen door Kreon
Aigeus biedt Medea hulp in Athene
Medea doodt de prinses
Medea doodt haar kinderen

Slide 2 - Question de remorquage

Vreemdelingen behoren zich aan te passen (regel 214-229)
  • Ik kom naar buiten als goede betrokken burger
  • Als vreemdeling moet je je aanpassen, dus in dit geval: naar buiten en betrokken zijn
  • Maar mijn situatie is verschrikkelijk: echtgenoot heeft alles verpest

Slide 3 - Diapositive

regel 225: πρᾶγμα ... τόδε
om welke zaak gaat het hier?
A
dat Medea naar buiten komt
B
dat Jason gaat trouwen met de prinses
C
dat Medea in een vreemd land is
D
dat Jason Medea wil verbannen

Slide 4 - Quiz

Vrouwen hebben het erg zwaar (regel 230-251)
  • Ze moet een man kopen en accepteren als meester
  • Als een vrouw een slechte man krijgt, kan ze er niet onderuit
  • Geen idee wat te verwachten van nieuwe man en huis
  • Een man kan naar buiten, een vrouw moet binnen blijven
  • Kind baren is erger dan vechten

Slide 5 - Diapositive

regel 242 ξυνοικῇ
waarom wordt hier een coniunctivus gebruikt?
A
generalis
B
aansporing
C
futuralis
D
verplicht in de bijzin

Slide 6 - Quiz

Medea voelt zich verlaten (regel 252-270)
  • Jullie, koor hebben alles nog hier, maar ik ben alles kwijt en kan niet vluchten
  • 1 verzoek: stel dat ik uitweg vind, verraad mij dan niet
  • Koor: akkoord, je handelt terecht. Hee, Kreon!

Slide 7 - Diapositive

Welk stijlfiguur herken je hier?
regel 257
οὐ μητέρ', οὐκ ἀδελφόν, οὐχὶ συγγενῆ
A
anafora
B
asyndeton
C
climax
D
trikolon

Slide 8 - Quiz

Medea's twijfel (1) 
regel 1040-1052
  • kinderen doen lief, wat moet ik doen?
  • niet doden: ik doe mezelf meer verdriet dan Jason
  • wel doden: ze lachen me uit als ik mijn vijanden ongestraft laat gaan

Slide 9 - Diapositive

Medea's twijfel (2)
regel 1053-1063
  • 'offer' gaat beginnen
  • of nee, spaar toch je kinderen (of mee naar Athene?)
  • kindermoord is noodzakelijk: dan kunnen mijn vijanden ze geen kwaad doen

Slide 10 - Diapositive

Wie spreekt Medea toe in deze regels? (1040-1063)
A
de kinderen
B
Jason
C
het koor
D
zichzelf

Slide 11 - Quiz

Medea's besluit 
(regel 1064-1080)
  • moord op prinses is in werking gezet, geen weg meer terug, maar het wordt moeilijk
  • kom kinderen, neem afscheid (och, lieverds) en ga naar binnen
  • emoties sterker dan verstand? (normaal gesproken in balans!)

Slide 12 - Diapositive

Welk woord heeft NIET te maken met dood of moord?
A
regel 1066 ὄλλυται
B
regel 1073 ἐκεῖ
C
regel ἀσπάσασθαι
D
regel 1078 κακά

Slide 13 - Quiz

Welke tragediebegrippen herken je in Euripides' Medea?
En hoe dan?
Denk aan: dramatische ironie, hamartia, peripeteia, anagnorisis, katharsis, hybris

Slide 14 - Question ouverte