2.1 Stoffen in huis 1 havo

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Stoffen 

§ 2.1 Stoffen in huis

§ 2.2 zuivere stoffen en mengsels

§ 2.3 massa en volume

§ 2.4 dichtheid

Wat weet jij al van stoffen?

2.1 Stoffen in huis

Leerdoelen

• Je kunt vier stofeigenschappen noemen, die gebruikt worden om stoffen te herkennen.
• Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
• Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.

Stofeigenschappen

Eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen of waarmee je stoffen van elkaar kunt onderscheiden. Bijvoorbeeld:

• Geur
  
• Kleur
  
• Smaak
  
• Brandbaarheid
  

Stoffen en veiligheid

Mogelijke gevaren van een stof:

• Als je de stof inademt
  
• Als je de stof inslikt
  
• Als je de stof op je kleren/huid of in je ogen krijgt
  
• Wanneer de stof met vuur in aanraking komt
  
• Wanneer de stof met een andere stof mengt
  

Gevaarsymbolen

H en P zinnen

H staat voor Hazard (gevaar)

P staat voor precautie (voorzorgmaatregelen) 

Huiswerk

Noteer in je agenda: 

 § 2.1 

Klaar lees vast 2.2 door. 

Leerdoelen

• Kun je vier stofeigenschappen noemen, die gebruikt worden om stoffen te herkennen?
• Kun je stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen?
• Kun je uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn?