bs 6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

de stam gewervelden

gewervelden

hebben allemaal een inwendig skelet

hebben een wervelkolom met wervels

worden onderverdeeld in 5 groepen:

-vissen, amfibiën, reptielen, vogels en zoogdieren

kijk eens naar blz 108 van je boek

wat zijn verschillen tussen deze gewervelden?

hoe deel je een gewervelde in?

• huid: heeft het dier schubben, slijm, veren of haren?
• warmbloedig/koudbloedig?
• ademhalingsorganen: kieuwen, longen, huid?
• voortplanting: eieren (wat voor?) of geen eieren
• milieu(omgeving): water,land,lucht

maak opdracht 23

met z'n 2en, MET POTLOOD!

 10 minuten

zoogdieren

haren

warmbloedig

leeft op het land

ademt met longen

levendbarend

amfibiën

huid bedekt met slijm

koudbloedig

leeft in water en op het land

ademt eerst met kieuwen en huid, later met longen en huid

eieren zonder schaal

reptielen

huid bedekt met droge schubben

koudbloedig

leeft op land

ademt met longen

eieren met leerachtige schaal

vissen

huid bedekt met schubben met slijm

koudbloedig

leven in het water

ademt met kieuwen

eieren zonder schaal

vogels

huid bedekt met veren

warmbloedig

leeft in de lucht

ademt met longen

eieren met kalkschaal

lesdoelen

Je kunt kenmerken noemen van een gewervelde.

Je kunt een dier indelen in één van de groepen van de gewervelden door te kijken naar de kenmerken van dit dier.

maak

opdracht 24,25,26

Ben je klaar? dan maak je 27(je mag je telefoon gebruiken om de antwoorden op te zoeken)