Molberekeningen L3HV

Wat is ... 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is ... 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wist je dat je een mol kunt doorslikken ?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Je kunt met behulp van het periodiek systeem de massa van een stof berekenen op basis van een gegeven hoeveelheid Mol en omgekeerd.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een mol?
9

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een Mol?
  • 1 dozijn eieren = ... eieren
  • Mol = Hoeveelheid 
  • een chemische hoeveelheid
  • In 1 mol stof zitten precies 6,02214129 x 10²³ deeltjes 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Molaire massa (M)
Een mol van een bepaalde stof heeft een massa (in gram) die gelijk is aan de massa van het molecuul of het atoom van die stof uitgedrukt in u.  

Water heeft bijvoorbeeld een molecuulmassa van 18,016 u, dus een molaire massa van 18,016 g/mol. Ofwel: 1 mol water heeft een massa van 18,016 gram.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Mol? 
Mol geeft een standaard hoeveelheid deeltjes aan, als we het hebben over 1 mol waterstof, dan spreken we over 6,02 x 1023 deeltjes waterstof.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periodiek systeem 
Atoommassa.
Dit is de massa van 1 atoom in u.
Ditzelfde getal geeft de massa van 1 mol van de stof. Dit noemen we de molmassa. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Molmassa
Als we dus 1 mol ofwel 6,02 x 1023 moleculen hebben is de atoommassa in u gelijk aan de molmassa in g. 
Dus een hele handige eenheid, waarbij er gebruik gemaakt wordt van een hoeveelheid deeltjes. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de molecuulmassa (molmassa of molaire massa) van:
1 Mol AlCl₃
(1 x 26,98 + 3 x 35,45) = 133,33 u = 133,33 gram
1 Mol C₆H₁₂O₆
 (6 x 12,01 + 12 x 1,008 + 6 x 16,00) = 180,16 u = 180,16 gram                                              

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Molecuulmassa

De molecuulmassa is de massa van alle atomen in het molecuul bij elkaar opgeteld.

De eenheid van de molecuulmassa is de u.
 




Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de molecuulmassa van:
AlCl₃
1 x Al = 1 x 26,98   = 26,98 u
3 x Cl = 3 x 35,45  = 106,35 u
                                         133,33 u 

Let op ! Op de toets ook zo opschrijven !! Dus elke stap!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Massapercentage (m%)

Hoeveelste deel van de massa van een stof wordt bepaald door element X

Dit deel wordt uitgedrukt in procenten door de formule:

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bepaal de molecuulmassa van ...

  • K3Fe(CN)6
  • Schrijf je berekening en antwoord op je wisbordje.

  • K3Fe(CN)6 = 329,25 u
  • Wat is de massa van 1 mol K3Fe(CN)6?

Slide 14 - Diapositive

CH3OH = 32,042 g/mol
PCL5 = 208,23 g/mol
FE2O3 = 159,69 g/mol
K3Fe(CN)6 = 329,25 g/mol
Mg(OH)2 = 58,320 g/mol
(NH4)2S = 68,142 g/mol
Hoeveel watermoleculen passen er 
in een druppel water?

zo'n 2 triljard

2.000.000.000.000.000.000.000

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je berekenen wat de massa is van een mol?

Nodig:
1. Molecuulformule
2. Periodiek Systeem

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De massa (in gram)
van een mol atomen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van Mol naar gram
Hoeveel gram weegt 1 Mol H₂O ?

  • Bereken de molecuul massa (molaire massa) van H₂O
  • Schrijf alle atoommassa's op van de aanwezige elementen.
  • H = 1,008u x 2 = 2,016 u en O = 16,00 u
  • 1 mol H₂O weegt dus 2,016 u + 16,00 u = 18,016 u = 18,016 gram

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De massa van 2 mol water
1. Molecuulformule: H2O
2. Periodiek Systeem:
                                          H: 1,0 g/mol x2
                                          O: 16,0 g/mol x1 
                                          _________________+
                                         18,0 g/mol
3. Van mol naar gram:
                                            

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf uitrekenen
Bereken de massa van 5 mol CH4

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De massa van 5 mol aardgas
1. Molecuulformule: CH4
2. Periodiek Systeem:
                                          H: 1,0 g/mol x4
                                          C: 12,0 g/mol x1 
                                          _________________+
                                         16,0 g/mol
3. Van mol naar gram:
                                            

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bepaal het aantal gram
1 mol HgS

2 mol MgSO4

3 mol Ag3PO4


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Oefenen van gram naar Mol
en van Mol naar gram

Molaire massa = massa / aantal mol (in g/mol)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie leerdoel
Je kunt door gebruik te maken van het periodiek systeem een gegeven Mol van een stof omrekenen naar massa en van massa naar Mol.


Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bepaal het aantal Mol
20 gram BaCO3
75 gram KCl
60 gram NO
20 gram SO3
0,3 kg Na2S

Slide 26 - Diapositive

Mw BaCO3 = 197,31 g/mol
n = 20 / 197,31 = 0,10 mol

Mw = KCl = 74,55 g/mol
n = 75 / 74,55 = 1,0 mol

Mw = NO = 30,01 g/mol
n = 60 /30,01 = 2 mol

Mw = SO3 = 80,06 g/mol
n = 20 / 80,06 = 0,25 mol

78,04 g/mol
n = 300 / 78,04 = 3,84 mol
Mw BaCO3 = 197,31 g/mol n = 20 / 197,31 = 0,10 mol
Mw KCl = 74,55 g/mol n = 75 / 74,55 = 1,0 mol
Mw NO = 30,01 g/mol n = 60 /30,01 = 2 mol
Mw SO3 = 80,06 g/mol n = 20 / 80,06 = 0,25 mol
Mw Na2S = 78,04 g/mol n = 300 / 78,04 = 3,84 mol

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mol is aanwezig in
4 gram waterstof?
1. Molecuulformule: H2
2. Periodiek Systeem Molmassa: 
                  H: 1,008 g/mol x2 = 2,016 g/mol
3. Van gram naar mol:
 n = m/Mw = 4 / 2,016 = 1,98 Mol H2
                                            

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mol is aanwezig in
128 gram zuurstof?
1. Molecuulformule: O2
2. Periodiek Systeem Molmassa:  O: 16,0 g/mol x2 = 32,00 g/mol
3. Van gram naar mol:
                                            

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats hier een foto van je antwoorden

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats hier een foto van je antwoorden

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Maak de gedeelde LessonUp af.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions