Wat:
Maak opdracht 4
Hoe:
Je werkt alleen.
Klaar?
Even wachten, ik geef aan wanneer je je antwoord mag bespreken met je buurman/buurvrouw.
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood: stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je
groen: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent