Les 2 persoonlijke verzorging ADL 2

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Wat is je bijgebleven van de vorige les?

Slide 4 - Carte mentale

Handhygiene
Handhygiëne is van groot belang in de zorg. Hiermee voorkom je dat je de cliënt besmet met micro-organismen. Andersom voorkom je besmetting van de ene naar de andere cliënt en van de cliënt naar jezelf toe.

Er is een verschil tussen handreiniging (wassen) en handdesinfectie (met alcohol). Het reinigen van de handen (wassen) doe je als er zichtbaar vuil op je handen zit. Dit doe je met water en zeep.
Handdesinfectie doe je om micro-organismen op de handen te doden en zo infecties te voorkomen. Handdesinfectie doe je met een handalcohol.

Slide 5 - Diapositive

Welke hygiëne regels zijn er binnen je eigen cultuur of vind jezelf erg belangrijk?

Slide 6 - Carte mentale

Observaties van de huid
Wat kun je allemaal zien?

Slide 7 - Carte mentale

Je hebt een cliënt geholpen nadat hij heeft overgegeven. Een beetje braaksel is op je hand terecht gekomen.

Wat ga je doen?
A
alleen met water wassen
B
alleen met alcohol inwrijven
C
eerst wassen met water en zeep, daarna met alcohol
D
eerst met alcohol, daarna met water en zeep

Slide 8 - Quiz

Observatie van de huid
  • Huidbeschadiging
  • Doorligplekken
  • Zweren
  • Huidscheuring (skin tear)
  • Eczeem
  • Smetplekken (intertrigo)
  • Ontstekingen
  • Andere verwondingen
  • Kleur van de huid

Slide 9 - Diapositive

Ondersteunen bij wassen
  • Volledig wasbeurt op bed
  • Gedeeltelijk hulp bieden bij wassen op bed 
  • Hulp bij wassen aan de wastafel of douchen

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je nodig bij het wassen?
A
4 waskommen, 4 handdoeken en 2 washandjes
B
2 waskommen, 4 handdoeken en 4 washandjes
C
2 waskommen, 2 handdoeken, 2 washandjes
D
maak niet uit

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Verzorgende washand
Incontinentie-
materiaal
Onderlegger
Overschort

Slide 14 - Question de remorquage

Wasdoekjes
  • Ipv water, washand, zeep en handdoek gebruik je wasdoekjes 
  • Hebben speciale verzorgende vloeistof
  • Minder schadelijk voor gevoelige huid
  • Je werkt in dezelfde volgorde
  • Doekjes worden opgewarmd worden voor gebruik 
  • Minder belastend voor de zorgvrager
 

Slide 15 - Diapositive

Bij vrouwen moet je boven naar beneden wassen bij het geslachtsdeel
A
Richting de liezen
B
Van buik naar stuit
C
Van stuit naar buik
D
Dat maakt niet uit

Slide 16 - Quiz

Bij mannen met een vernauwing van de voorhuid (phimoses) moet je
A
De voorhuid extra naar achteren verplaatsen
B
De voorhuid niet naar achteren verplaatsen
C
Rapporten waar de man last van heeft
D
B & C

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Vidéo

Waaom zou deze mevrouw hulp nodig hebben?
A
Vaardigheidstekort
B
Motivatietekort
C
Kennistekort
D
A en C

Slide 19 - Quiz

Waarom doe je tijdens de persoonlijke verzorging van een cliënt je sieraden af?
A
Omdat je de cliënt anders kan verwonden
B
Bacteriën kunnen zich onder de sieraden nestelen
C
Het is zonde van je sieraden die kunnen beschadigen
D
Uit veiligheidsredenen

Slide 20 - Quiz

waar staat de term ADL voor ?

Slide 21 - Question ouverte

Wat kun je bij de verzorging van een droge huid beter niet doen?
A
Handdoek gebruiken bij het afdrogen
B
Lotion of zalf gebruiken bij het afdrogen
C
Wasdoekjes gebruiken
D
Zeep gebruiken

Slide 22 - Quiz

Bij een gevoelige huid breng je een dun laagje barrièrecrème of zinkolie aan
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Je wast de huidplooien om de twee dagen om irritatie te voorkomen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Waar moet je rekening mee houden bij het aankleden van iemand?
A
Met jou persoonlijke smaak
B
Met de weersomstandigheden
C
Met de smaak van de cliënt
D
Met de kleur van de schoenen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Wat wist je al?
Wat heb je geleerd?
Wat wil je nog leren?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Smetten
  • licht rode huid
  • intacte huid tot een felrode, glanzende huid
  • vaak in de huidplooi
  • klagen over jeuk of brandend schrijnend gevoel

Slide 31 - Diapositive

Op welke plekken komen smetplekken vaak voor?
  • grote huidplooien zijn
  • liezen
  • oksels
  • bilnaad
  • buikplooi
  • plooi onder de borsten  

Slide 32 - Diapositive

Wat past niet bij de oorzaken van smetplekken?
A
huid op huid contact met de grote huidplooien.
B
onvoldoende luchtcirculatie langs de huid
C
vrouw en ouder zijn
D
een te droge en scheurende huid

Slide 33 - Quiz

Mensen met overgewicht hebben meer kans op smetten
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

3 Verschijningsvormen
  • smetten
  • smetten met nattende huid
  • smetten met geïnfecteerde huid

Slide 35 - Diapositive

Wat zijn geen risicofactoren van smetplekken?
A
weerstand (chemo).
B
regelmatig alcohol gebruik.
C
verhoogde lichaam tempratuur.
D
verminderde mobiliteit.

Slide 36 - Quiz

Risicofactoren
  • weerstand.
  • eerdere smetten.
  • beperking ADL en persoonlijke hygiene.
  • vochtige huid door transpireren of incontinentie.
  • verhoogde lichaamstempratuur.
  • verminderde mobiliteit.
  • vrouwen en ouderen 64+ 
  • obesitas

Slide 37 - Diapositive

Behandelingsvormen
  • velrode, glansende huid min 2 keer  daags  een dunne laag smeren met zinkoxide of barrière spray
  • oude resten verwijderen
  • deskundige raadplegen
  • kijken naar de veroorzakende factoren
  • dagelijkse huisverzorging

Slide 38 - Diapositive

Preventie maatregelen
voorkomen huid op huid
- scheurlinnen  
- Engels pluksel
ondersteunende ademende kleding
- goed sluitend, 
- niet knellend ondergoed 
- katoen
voorkomen onregelmatig transpireren
huidplooien goed droog houden
- zeepresten goed afspoelen
schoon beddengoed
regelmatig incontinentie materiaal vervangen

Slide 39 - Diapositive

 Incontinentie letsel
Smetplekken

Slide 40 - Diapositive

Skin tears
  • scheur in de huid
  • de bovenlaag ( epidermis) van de huid komt los van de onderlaag van de huid (dermis)

Slide 41 - Diapositive

Categorie 1
  • zonder weefsel verlies
  • geen huidranden verloren

Slide 42 - Diapositive

Catogorie 2
  • gedeeltelijk weefsel verlies
  • wond randen sluiten niet meer aan

Slide 43 - Diapositive

Catogorie 3
  • volledige opperhuid is weg

Slide 44 - Diapositive

Welke van deze 3 wonden is skin tears?

Slide 45 - Sondage

Wat is de definitie van smetplekken?
A
jeukende en vies ruikende plekken
B
plekken die omstaan door warmte en vochtige huid op huid contact
C
verkleurde plekken in de plooi van de huid
D
alle bovenstaande antwoorden zijn goed

Slide 46 - Quiz

Wat is je het meest bij gebleven
van deze les?

Slide 47 - Carte mentale