Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Deutsch
Donnerstag, den 20. März 2025
Slide 1 - Diapositive
Die Planung für Heute
Grammatik Sätze
Literatuur lesen
Grammatik
Blooket
Slide 2 - Diapositive
Grammatik Sätze
1. Gestern ......... ich bei d.......... Arzt ......... . (ben geweest)
2. Durch (uw) ........ Hilfe .......... (kon) mein......... Opa sich das Rauchen abgewöhnen.
3. Können (u) ....... (mij) ......... bitte helfen?.
Slide 3 - Diapositive
Literatuur
Literatur S.241-242 Aufg.2-4
Aufgabe 1 Gemeinsam
Slide 4 - Diapositive
Der Genitiv
De tweede naamval
Slide 5 - Diapositive
De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. Daarnaast kan het om een bezit gaan. In het Nederlands gebruiken we dan meestal van. Bijvoorbeeld:
de auto van mijn zus - das Auto meiner Schwester
Maar dus niet bij.....
Ich habe die Geschichte von meiner Mutter gehört.
Slide 6 - Diapositive
2e naamval of von?
In spreektaal komt von wel regelmatig voor
en
-bij namen van personen: die Eltern von Tim
-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg
Slide 7 - Diapositive
In het Nederlands?
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Leger des Heils
's avonds (=des avonds)
Anna's fiets
's Gravenhage
plek des onheils
de heer des huizes
de tand des tijds
Slide 8 - Diapositive
Der-groep:
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
des + (e)s der des + (e)s der
dieses + (e)s dieser dieses +(e)s dieser
Ein-groep:
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
eines+(e)s einer eines keiner
meines+(e)s meiner meines+(e)s meiner
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
-s of -es?
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang -s, maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang -es gebruikt:
Achter woorden die eindigen op een s-klank : die Quelle des Flusses(der Fluss)
Soms moet je de -s aan het einde verdubbelen: die Tore des Gefängnisses(der Gefängnis)
Achter woorden met 1 lettergreep:der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes
Slide 12 - Diapositive
Vragend voornaamwoord
2e naamval: wessen?
Nl: wiens fiets, wier voornemen?
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
1. De mening van mijn zus = Die Meinung _________ Schwester__
A
meiner Schwester
B
meines Schwesters
Slide 15 - Quiz
2. Der Turm jen___ Kirche____ (die)
A
jenes Kirches
B
jener Kirche
C
jener Kirches
D
jenes Kirche
Slide 16 - Quiz
3. Die Mutter dies____ Kind____
A
dieser Kindes
B
dieser Kind
C
dieses Kindes
D
dieses Kind
Slide 17 - Quiz
4. Der Erfolg sein_____ Arbeit____(die)
A
seiner Arbeit
B
seiner Arbeits
C
seines Arbeit
D
seines Arbeits
Slide 18 - Quiz
5. Die Freiheit all_____ Bürger___ (mv)
A
alles Bürgers
B
alles Bürger
C
aller Bürger
D
aller Bürgers
Slide 19 - Quiz
6. Das Haus unser____ Onkel___
A
unseres Onkels
B
unseres Onkel
C
unserer Onkels
D
unserer Onkel
Slide 20 - Quiz
Wegen d____ Wetter____ sind wir abgereist.
A
der Wetters
B
des Wetteres
C
des Wetters
D
der Wetter
Slide 21 - Quiz
7. der Erfolg .......... (haar) Arbeit ...
Slide 22 - Question ouverte
8. die Farben _______ (deze) Kleidung
Slide 23 - Question ouverte
9. das Zentrum ............ (de) Stadt..
Slide 24 - Question ouverte
10. das Zimmer mein... Bruder....
Slide 25 - Question ouverte
Hausaufgaben
Teams > Periode 3 > Grammatik > Aufgaben Genitiv (5 t/m 9)
+- 15 Min.
Let op! Het geslacht van een zelfstandig naamwoord kan je vinden op uitmuntend.de