De Zeven Kenmerken van een Sprookje

De Zeven Kenmerken van een Sprookje
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Zeven Kenmerken van een Sprookje

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de zeven kenmerken van een sprookje benoemen en begrijpen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij al over sprookjes?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een sprookje?
Een sprookje is een kort verhaal dat vaak begint met 'er was eens' en eindigt met 'en ze leefden nog lang en gelukkig'.

Slide 4 - Diapositive

Introduceer het onderwerp en de definitie van een sprookje.
Kenmerk 1: Tijdloos
Sprookjes spelen zich af in een onbepaalde tijd en plaats.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijf wat tijdloos betekent en laat voorbeelden zien.
Kenmerk 2: Goed en Kwaad
In sprookjes zijn er duidelijke tegenstellingen tussen goed en kwaad.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat goed en kwaad betekenen in een sprookje.
Kenmerk 3: Magie
Sprookjes bevatten magische elementen zoals toverdrankjes, betoveringen en boze heksen.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf wat magie betekent in een sprookje.
Kenmerk 4: Leermoment
Sprookjes hebben vaak een moraal of leermoment.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf wat een moraal is en geef voorbeelden.
Kenmerk 5: Personages
Sprookjes hebben vaak herkenbare personages zoals prinsen, prinsessen, heksen en dwergen.

Slide 9 - Diapositive

Laat voorbeelden zien van personages in sprookjes.
Kenmerk 6: Probleem en Oplossing
Sprookjes hebben vaak een probleem dat uiteindelijk wordt opgelost.

Slide 10 - Diapositive

Leg uit wat het probleem en de oplossing zijn in een sprookje.
Kenmerk 7: Happy Ending
Sprookjes hebben vaak een happy ending waarin alles goed afloopt.

Slide 11 - Diapositive

Beschrijf wat een happy ending is en waarom dit belangrijk is in een sprookje.
Begrippenlijst
Tijdloos, Goed en Kwaad, Magie, Leermoment, Personages, Probleem en Oplossing, Happy Ending

Slide 12 - Diapositive

Herhaal de zeven kenmerken en laat de leerlingen deze opschrijven.
Activiteit 1: Sorteren
Sorteer de kenmerken van een sprookje in de juiste volgorde.

Slide 13 - Diapositive

Gebruik de taxonomie van Bloom om deze activiteit te differentiëren. Laat leerlingen de kenmerken in groepen sorteren of individueel.
Activiteit 2: Analyseren
Analyseer een sprookje en geef aan welke kenmerken erin voorkomen.

Slide 14 - Diapositive

Gebruik de taxonomie van Bloom om deze activiteit te differentiëren. Laat leerlingen een sprookje lezen en de kenmerken opschrijven die ze tegenkomen.
Activiteit 3: Herschrijven
Herschrijf een sprookje en verander één of meerdere kenmerken.

Slide 15 - Diapositive

Gebruik de taxonomie van Bloom om deze activiteit te differentiëren. Laat leerlingen kiezen welk kenmerk ze willen veranderen en waarom.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.