Taalverzorging H3: het werkwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom klas 1 mavo

Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.

Stap 2: Pak je boek Nederlands, je Chromebook en je schrift.

Stap 3: beantwoord de vraag in je schrift: Noem alle werkwoorden uit de zin: Klas 1mc zal vast wat lekkers willen eten tijden de lunch.

Leerdoelen

• Je kunt de persoonsvorm vinden in korte zinnen.
• Je kunt de zinsdeelproef toepassen om de zin te verdelen in zinsdelen.
• Je kunt het onderwerp vinden in korte zinnen.
• Je kunt het werkwoordelijk gezegde vinden in korte zinnen. 

Wat gaan we doen?

• Lezen in je leesboek + huiswerkcontrole
• Vragen bespreken huiswerk
• Herhaling: persoonsvorm, zinsdeelstreepjes en onderwerp
• Uitleg: werkwoordelijk gezegde
• Oefenen: werkwoordelijk gezegde + zin helemaal ontleden.
• Huiswerk: Online opdracht 1, 2, 4 en 6

Pak je leesboek erbij!

Je gaat 10 minuten lezen.

Boek niet bij je? Melden bij mij en ga het nieuws lezen. 

Heeft er iemand een vraag over het huiswerk over meervouden op -en en -s?

Nee

Benoem de persoonsvorm van de zin: Wanneer is de pauzewisseling ook alweer?

Ontleed de zin helemaal (pv, zinsdelen, onderwerp): Bonnie en Helena zullen in deze les naast elkaar zitten.

Benoem alle werkwoorden in de zin:
Bonnie en Helena zullen in deze les naast elkaar zitten.

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde (wg): Alle werkwoorden in de zin als het onderwerp iets doet.

Voorbeeld: Twee leerlingen kletsen tijdens de uitleg van mevrouw Dykstra.

Let op:

- Constructies als: aan het ...  of te...... horen bij het werkwoordelijk gezegde.

- Scheidbare werkwoorden zoals: Ik belde vanmorgen mijn moeder alvast op horen ook bij het werkwoordelijk gezegde.

Benoem het wg: Meneer van de Schaaf, mevrouw Verwer en mevrouw Dykstra zijn een gezelschapsspel aan het spelen.

Ontleed nu de zin helemaal (pv, zinsdeelstreepjes, ow en wg): Eerst eten we de maaltijd op aan de keukentafel.

Huiswerk-instructie

Maken: Opdracht 1, 2, 4 en 6.

Je werkt fluisterend. Lukt dit niet, dan ben je stil aan het werk.

Klaar? Je werkt aan je samenvatting voor de toets taalverzorging (6 februari)