H3 Les 7 Duurzame veehouderij

• Groen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3,4

H3 Les 7 Duurzame veehouderij

Leerdoelen

Je kunt duurzame ontwikkelingen binnen de veehouderij herkennen en benoemen.

Je weet wat de invloed van duurzame veehouderij is op het dierenwelzijn en het milieu. 

Je weet wat biologische veehouderij inhoudt. 

Je kunt voor- en nadelen van biologische veehouderij benoemen. 

Je weet wat de footprint is en waardoor deze wordt beïnvloed. 

Biologische landbouw

Bij dit type landbouw wordt er rekening gehouden met biologische principes: 

- Geen kunstmest 

- Veevoer komt uit de regio 

- Aan diverse regels houden om biologisch te mogen verkopen

Voorbeelden: biologische melk, eieren en vlees.

Stallen en uitloop

Duurzame veehouders houden kiezen voor/rekening met: 

- Stallen met daglicht en natuurlijke ventilatie

- Stallen met een uitloop naar buiten

- Ruimte per dier is vaak groter dan de wettelijke eisen

- Schoonmaken en ontsmetten zonder belasting op het milieu, dus door gebruik te maken van stoom of goedgekeurde middelen. 

Voer en gezondheid

Een duurzame veehouder voert zo min mogelijk krachtvoer en gebruikt zoveel mogelijk ruwvoer.

Dieren krijgen altijd biologisch voer en ze krijgen zo min mogelijk geneesmiddelen. 

Het is verboden om staarten van varkens te couperen en het kappen van de snavels van kippen. Maar dit geldt ook voor reguliere boeren. 

Omschakelen

Als een gangbare veehouder duurzamer wil gaan werken kan dat in stapjes worden gedaan. 

Een veehouder die biologisch wil gaan werken moet dat in één keer doen. Producten mogen pas voor biologisch worden verkocht als aan alle eisen wordt voldaan. 

Biologische voer, biologisch landgebruik, biologisch verzorgen etc.

Dit duurt al snel meer dan een paar jaar.  

Voor- en nadelen

Voordelen: 

- De dieren hebben een beter leven en zijn gezonder

- De leefomgeving blijft schoner 

Nadelen: 

- Varkens leven langer waardoor ze meer voer nodig hebben en meer mest produceren

- Biologische producten zijn duurder

Footprint

De opbrengst per hectare is lager bij biologische landbouw.

Dit heeft invloed op de footprint: de hoeveelheid grond en water die iemand nodig heeft om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven. 

In Nederland heb je als vlees, eieren en melk gebruiker ongeveer 6 hectare grond nodig. Als iedereen over de hele wereld zo zou eten als wij, komen we grond te kort. Helemaal over gaan op biologisch kan alleen als we allemaal minder vlees, melk en eieren gaan eten.