het bezittelijk voornaamwoord

het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Doel: ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken in een Franse zin.
Nodig: IPAD dicht/ schrift open/ pen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Doel: ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken in een Franse zin.
Nodig: IPAD dicht/ schrift open/ pen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
    Bijvoorbeeld: 
mijn fiets - mon vélo.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil tussen het Frans en het Nederlands.
In het Frans past het bezittelijk voornaamwoord zich aan, aan het zelfstandig naamwoord dat erachter staat. 

Bijvoorbeeld:
mon père       = mijn vader
ma mère         = mijn moeder
mes parents = mijn ouders

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

m
v
mv
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn/haar
son
sa
ses

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
ma, ta en sa veranderen in mon, ton en son voor een klinker of een stomme h.
-Voorbeeld: Mijn vriendin=  ma copine of
mon amie
Jouw idee=ton idee
Haar hobby=


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

___ maison (f)est très belle.
Mijn huis is erg mooi.
A
Mon
B
Ma
C
Mes
D
Ses

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rosa, ici tu vois ___ cousine(f)
Rosa, hier zie je mijn nicht.
A
Mon
B
Ma
C
Mes
D
Ta

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..... maison est grande.
Jouw huis is groot.
A
ton
B
tes
C
ta

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

___ père travaille comme prof.
Haar vader werkt als docent.
A
Son
B
Sa
C
S'
D
Ses

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

c'est ________ amie.
Het is zijn vriendin.
A
son
B
sa
C
ses
D
s'

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voilà ................vêtements.
Daar zijn jouw kleren.
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik het juiste bezittelijk voornaamwoord:
"[Jouw] parents sont super cool"
A
Ton
B
Ta
C
Tes

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in :
Gaston aime ...... tante.
A
son
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bezittelijk voornaamwoord staat voor een...
A
...werkwoord
B
...een lidwoord
C
...zelfstandig naamwoord
D
...een voorzetsel

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ik kan het bezittelijk
voornaamwoord
gebruiken
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 15 - Quiz

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' | bron H page 126
Zelfstandig werken=Huiswerk:

 in je boek: p. 63
Iedereen: maken ex 16A, B, C,  digitaal 2.5
16D




Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions