Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalverzorging - Interpunctie
Interpunctie
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Interpunctie
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
- Je weet waarom interpunctie belangrijk is
- Je weet welke soorten leestekens er zijn
- Je weet hoe je de leestekens moet gebruiken
Slide 2 - Diapositive
Welke leestekens ken je al?
Slide 3 - Carte mentale
Waarom gebruiken we die leestekens?
Slide 4 - Question ouverte
Interpunctie (= leestekens)
. ? ! , : ; "
We gebruiken interpunctie om een tekst leesbaar te maken.
hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak
Slide 5 - Diapositive
Punt (.)
Een punt gebruik je aan het eind van een zin.
Mijn naam is Ellen.
Gisteren heb ik pizza gegeten.
Morgen moet ik weer werken.
Ook gebruik je een punt bij afkortingen.
M.v.g.
Slide 6 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
T.a.v. Kees Bol
B
t.a.v. Kees Bol
C
T.a.v Kees Bol
D
t.a.v Kees Bol
Slide 7 - Quiz
Vraagteken (?)
Een vraagteken gebruik je aan het eind van een vraagzin:
Hoe gaat het met jou?
Ga jij morgen naar de les?
Waarom drink jij geen koffie?
Slide 8 - Diapositive
Uitroepteken (!)
Een uitroepteken gebruik je na een uitroep of bevel:
Houd op!
Doe die deur dicht!
Schop de bal!
Slide 9 - Diapositive
Komma (,)
De komma geeft een leespauze aan.
De komma gebruik je voor een voegwoord (maar, want, voordat) LET OP: niet voor 'en'!
- Ik weet het niet zeker, maar ik denk het wel.
De komma gebruik je tussen twee persoonsvormen.
- Nu ik er langer over nadenk, vind ik het geen gek idee.
Slide 10 - Diapositive
Komma (,)
Na een aanhef of slotgroet
Geachte,
Groetjes,
Tussen bijvoeglijk naamwoorden
Oma had een mooie, oude, bruine kledingkast.
Betekenis veranderen van een zin
Pas op Klaas! - Pas op, Klaas!
Slide 11 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
Wat zij gehaald had, kon echt niet.
B
Wat zij gehaald had kon echt niet.
C
Wat zij gehaald had: kon echt niet.
Slide 12 - Quiz
Dubbele punt (:)
De dubbele punt wordt gebruikt voor een opsomming, citaat of toelichting:
De dag begint altijd met een heel ritueel: opstaan, douchen, aankleden, ontbijten en naar school.
De student vroeg: 'Mevrouw, mag ik even naar het toilet?'
Ik ga niet: ik heb wat beters te doen.
Slide 13 - Diapositive
Puntkomma (;)
De puntkomma maakt duidelijk dat de zin ervoor en erna veel met elkaar te maken hebben.
We hebben een geweldige vakantie gehad; vooral het wandelen was leuk.
Iedereen is welkom; toch hoop ik dat niet iedereen komt.
LET OP: een puntkomma kan worden vervangen door een punt, maar niet door een komma.
Slide 14 - Diapositive
Voorbeeldzinnen
Dubbele punt:
Er zijn twee opties: het gaat door of het gaat niet door.
Denk aan de volgende spullen: een warme trui, sokken en een muts.
Puntkomma:
We stonden vroeg op; we hadden nog een lange reis voor de boeg.
Ik houd niet van zwemmen; toch neem ik een zwembroek mee.
Slide 15 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
Samengevat: het idee lijkt mij erg leuk.
B
Samengevat het idee lijkt mij erg leuk.
C
Samengevat, het idee lijkt me erg leuk.
Slide 16 - Quiz
Welke zin is goed?
A
We hebben een mooie zomer gehad, vooral augustus was heerlijk zonnig.
B
We hebben een mooie zomer gehad; vooral augustus was heerlijk zonnig.
C
We hebben een mooie zomer gehad: vooral augustus was heerlijk zonnig.
Slide 17 - Quiz
Aanhalingsteken (')
Een aanhalingsteken wordt gebruikt bij een citaat en om een woord op te laten vallen.
Nico vroeg: 'Heb je al gekookt?'
Een hond met korte poten wordt een 'corgi' genoemd.
Slide 18 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
Mijn moeder zei: ik wil naar huis.
B
Mijn moeder zei: Ik wil naar huis.
C
Mijn moeder zei: 'Ik wil naar huis.'
D
Mijn moeder zei: 'Ik wil naar huis'
Slide 19 - Quiz
Terugblik
Lesdoelen:
- Je weet waarom interpunctie belangrijk is
- Je weet welke soorten leestekens er zijn
- Je weet hoe je de leestekens moet gebruiken
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Interpunctie
Octobre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
interpunctie
Mars 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
interpunctie
Septembre 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
interpunctie
Août 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
interpunctie
Mars 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
interpunctie
il y a 20 jours
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
interpunctie
Avril 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
20220420 VEZO320AH niveau 3 leerjaar 2 interpunctie
Avril 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1