Spelling Engelse werkwoorden

Welkom B2J
BEGIN ALVAST MET LEZEN IN JOUW LEESBOEK.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom B2J
BEGIN ALVAST MET LEZEN IN JOUW LEESBOEK.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel: Aan het einde van de les kun je Engelse werkwoorden correct spellen.

Slide 2 - Diapositive

Welke Engelse werkwoorden ken je?

Slide 3 - Question ouverte

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 4 - Diapositive

Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 7 - Diapositive

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.

racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 8 - Diapositive

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft.
paintballen- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd

grillen- ik gril- hij grilt- hij grilde- hij heeft gegrild
stressen - ik stres - hij strest - hij streste - hij is gestrest

Slide 9 - Diapositive

Maken=Huiswerk
Opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 66)


Slide 10 - Diapositive