les 17 maart WO1 paragraaf 1.1 (lesbezoek)

De Eerste Wereldoorlog
Taak:
  1. Pak rustig je spullen: schrift, pen en laptop.
  2. Ga naar LessonUp en voer de code van deze les in.

Onderwerp van de les:
De Eerste Wereldoorlog  
Hoofstuk 3 paragraaf 3.1 (blz. 64)

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Eerste Wereldoorlog
Taak:
  1. Pak rustig je spullen: schrift, pen en laptop.
  2. Ga naar LessonUp en voer de code van deze les in.

Onderwerp van de les:
De Eerste Wereldoorlog  
Hoofstuk 3 paragraaf 3.1 (blz. 64)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les indeling
  • afspraken in mijn les
  • lesdoelen 
  • uitleg
  • opdracht + nabespreken
  • les afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken in mijn les
  1. Wij houden ons aan de schoolregels: bijvoorbeeld: geen telefoon, niet schelden etc.
  2. Als ik praat zijn jullie stil. Als een klasgenoot een stukje voorleest of een vraag beantwoord zijn jullie ook stil.
  3. Als je een vraag hebt steek je je hand op: er zijn geen domme vragen.
  4. Fouten maken mag, van fouten kunnen wij allemaal leren.
  5. Wij houden de klassenplattegrond aan & je blijft zitten tot de bel gaat.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brief van een Eerste Wereldoorlog soldaat.

Slide 4 - Diapositive

video minuut 
0:00 - 1:12 dead is all around us
1:44 - 2:00 and it is of litlle comfort
3:20 - 04:15

Vragen aan leerlingen:
  • Wat hebben jullie in deze video gezien?
  • Hoe voelt de soldaat zich?
  • Wat wil hij het liefst?
Hulpvragen:
Wanneer was de Eerste Wereldoorlog?
Welke landen deden mee?
Wie hebben er gewonnen? 
Wat voor oorlog was het?

Wat weet je over de Eerste Wereldoorlog?

Slide 5 - Carte mentale

Vragen naar voorkennis van de vorige lessen. Leerlingen hebben twee lessen gehad over WO 2 introductie.

Daarna controleer ik deze voorkennis op juistheid en corrigeer ik zo nodig misconcepties
Planning
Hoofdstuk 3: Eerste Wereldoorlog en daarna 
Introductie les hoofdstuk 3: Eerste Wereldoorlog en daarna.
3.1: De Eerste Wereldoorlog
3.2: De Nieuwe kaart van Europa
3.3: Een welvarende tijd.
3.4: De crisistijd
Herhaal les : 3.1 & 3.2
Herhaal les: 3.1 t/m 3.4
SO 3.1 - 3.2                                    Proefwerk hoofdstuk 3: 3.1 t/m 3.4

Slide 6 - Diapositive

Avance organizer waarin ik met deze instructiestrategie uitleg hoe de deze les in verbinding staat met andere leerstof uit eerdere en toekomstige lessen.  
lesdoelen
• Aan het einde van deze les kun je de drie oorzaken van de Eerste Wereldoorlog in je eigen woorden uitleggen. 


• Aan het einde van deze les kun je verschillende bronnen koppelen aan de begrippen nationalisme, militarisme en wapenwedloop. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 oorzaken van WO1
  • uitleg Encyclo.nl 
  • begrip opzoeken -> uitleg begrip -> uitleg begrip in de tijd van W01 ->  vragen stellen. 
  • maak aantekeningen
  • vragen opschrijven

Slide 8 - Diapositive

  • leg uit website Encyclo.nl
  • vertel leerlingen om vragen op te schrijven en te stellen na uitleg per begrip.
  • vertel leerlingen om aantekeningen van de les te maken specifiek van de begrippen nationalisme, militarisme en wapenwedloop.
De Eerste Wereldoorlog oorzaak 1: militarisme.

1. Zoek het woord 'militarisme' op in Encyclo.nl
2. Schrijf de betekenis in je eigen woorden op.

Slide 9 - Question ouverte


Encyclo.nl
In eigen woorden nadruk op leggen.

woorden DAT -> CAT (omzetten tijdens antwoord herhalen of vervolg vraag stel).

voorbeelden militarisme

Slide 10 - Diapositive

introduceren video Noord Korea: militaire parade
minuut: 0:45 -0:55 
minuut: 2:31 - 3:00

Militarisme = Het verheerlijken/aanbidden van het leger.
Laten zien hoe sterk het leger van je land is. 
 

oorzaken de Eerste Wereldoorlog
Oorzaak 1: militarisme 
Militarisme = Het  verheerlijken/aanbidden van het leger. 

  • Laten zien hoe sterk het leger van je land is. 


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Eerste Wereldoorlog oorzaak 2: nationalisme.

1. Zoek het woord 'nationalisme' op in Encyclo.nl .
2. Schrijf de betekenis in je eigen woorden op.

Slide 12 - Question ouverte

Encyclo.nl
In eigen woorden nadruk op leggen.

woorden DAT -> CAT (omzetten tijdens antwoord herhalen of vervolg vraag stel).
voorbeelden nationalisme

Slide 13 - Diapositive

Afbeelding: één kamp één rijk. 
Uitleg: Hitler in WO2 geloofde dat alle Duitsprekende het recht hadden op een eigen land.
nationalisme = sterke liefde voor het eigen volk. Landen vonden hun eigen volk het beste en het belangrijkst. 
oorzaken de Eerste Wereldoorlog
Oorzaak 2: Nationalisme
nationalisme = sterke liefde voor het eigen volk. 

  •  Landen vonden hun eigen volk het beste en het belangrijkst. 

Slide 14 - Diapositive

Link leggen vlag en sterke liefde voor het eigen volk.
De Eerste Wereldoorlog oorzaak 3: wapenwedloop.

1. Zoek het woord 'wapenwedloop' op Encyclo.nl
2. Schrijf de betekenis in je eigen woorden op.

Slide 15 - Question ouverte

Encyclo.nl
In eigen woorden nadruk op leggen.

woorden DAT -> CAT (omzetten tijdens  antwoord herhalen of vervolg vraag stel).
voorbeelden wapenwedloop

Slide 16 - Diapositive

uitleg: Wij zien in de video dat GB een vloot aan het maken was en Duitsland (keizer)  zag dat en ging het zelfde doen.

wapenwedloop = Landen maken steeds meer (sterkere)wapens want zij willen het machtigst zijn.
Doordat steeds meer landen steeds meer wapens hadden liepen de spanningen in de wereld op.

oorzaak 3: wapenwedloop
nationalisme + militarisme leidt tot een wapenwedloop
wapenwedloop = Landen maken steeds meer (sterkere)wapens want zij willen het machtigst zijn.

  • Doordat steeds meer landen steeds meer wapens hadden liepen de spanningen in de wereld op.

Slide 17 - Diapositive

afbeelding: landen spelen spelletje, zij kijken wie de grootste marine heeft. 

Uitleggen dat landen dus wapens bleven maken en dat het niet op hield.
1. Waarom deden landen aan militarisme?
2. Waarom maakten landen steeds meer wapens?
3. Welk begrip (nationalisme, militarisme of wapenwedloop) past bij de zin:
'Wij zijn één volk en verdienen het om een eigen land te hebben.' Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Question ouverte

check

woorden DAT -> CAT (omzetten tijdens antwoord herhalen of vervolg vraag stel).

Vragen beantwoorden 

Ik ga nu feedback geven volgens de ADB3C-formule. Aandacht voor de

 leerlingen: ik kijk naar hoe de leerlingen erbij zitten, zijn ze actief bezig met de opdracht of kijken ze uit het raam? Diagnose: ik stel vast welke leerlingen actief aan het werk zijn (de vragen beantwoorden) en welke niet.
B3: Ik kies nu een interventie. Ik stel een vraag (bevragen, benoemen (fedback)  of beweren)aan een leerling bijvoorbeeld: Leg aan mij uit wat je nu moet doen? Ik vraag dit aan de leerling(en) waarvan ik had vastgesteld in de diagnose dat zij niet aan de opdracht werken. Ik kan ook een aanwijzing (beweren) geven aan leerlingen die het moeilijk hebben met de opdracht. Een voorbeeld van z’n aanwijzing is: ’ Kijk eens wat je in je aantekeningenschrift hebt geschreven.’ Checken hoe de vraag, feedback of aanwijzing binnenkomt. 

klassikaal na bespreken

Ik vraag twee leerlingen (random) waarom zij voor hun antwoord gekozen hebben. Ik laat de leerlingen klassikaal aan elkaar uitleggen wat het juiste antwoord is en waarom dat antwoord juist is
Ik geef feedback (benoemen). Feedback is kort en specifiek gericht op het gegeven antwoord of gedrag individueel of klassikaal.

vragen antwoorden

  1. Landen deden aan militarism om te laten zien dat zij een sterk leger hadden.
  2. Landen maken steeds meer en sterkere wapens want zij willen het machtigst zijn.
  3. Nationalisme, want ik lees in de zin dat het persoon vind dat zijn volk het belangrijkst vindt en daarom een land verdiend. Dit persoon heeft dus een sterke liefde voor het eigen volk.

opdracht WO 1
Uitkomst? Je kunt verschillende bronnen indelen in: militarisme, nationalisme en de wapenwedloop. Wij bespreken de opdracht klassikaal. 
Waartoe/waarom? Je begrijpt dat bronnen (uit het verleden maar ook het heden) een bepaald doel hebben. Wanneer je dit herkent kun kritischer kijken naar een bron. 
Hoe? Ga in je groepje zitten die ik heb gemaakt. 
Tijd?  10 minuten.
Hulp?  Je eigen groepje.
Wat? 1. Bekijk de verschillende bronnen.
           2.Over leg met je gehele groepje bij welk begrip de bron past. 
           3. Leg de bron bij het juiste begrip. 
klaar?  Vraag docent.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gezamenlijk inoefenen 

Slide 20 - Diapositive

Ik doe het eerst voor terwijl ik mijn denkstappen hardop in de ik-vorm vertel. Ik modelleer hoe ze een bron kunnen analyseren en daardoor kunnen koppelen aan het goede begrip

Daarna kiezen leerlingen het juiste antwoord.
gezamenlijk inoefenen 

Slide 21 - Diapositive

Ik doe het eerst voor terwijl ik mijn denkstappen hardop in de ik-vorm vertel. Ik modelleer hoe ze een bron kunnen analyseren en daardoor kunnen koppelen aan het goede begrip

Daarna kiezen leerlingen het juiste antwoord.

Nadruk op JOUW thuis en  de VIJAND. Spreekt aan op sterke liefde van eigen land.

A
wapenwedloop
B
militarisme
C
nationalisme

Slide 22 - Quiz

Afbeelding verheerlijkt het leger NIET maar spreekt aan op het nationalisme. Vecht voor JOU thuis/land.  De sterke liefde voor het vaderland wordt gebruikt om nieuwe soldaten te rekruteren. 

A
wapenwedloop
B
militarisme
C
nationalisme

Slide 23 - Quiz

Rond paraderen door de straten.
 Dus het verheerlijken/aanbidden van het leger. 

voordat ik doorklik:
Ik kies een random leerling uit en vraag welke stappen zij hebben gezet om tot hun antwoord te komen, ik geef hier korte en specifieke feedback op (bron 2 en 3)

A
wapenwedloop
B
militarisme
C
nationalisme

Slide 24 - Quiz

voordat ik doorklik:
Ik kies een random leerling uit en vraag welke stappen zij hebben gezet om tot hun antwoord te komen, ik geef hier korte en specifieke feedback op (bron 2 en 3)

2 raketten achtervolgen elkaar en proberen elkaar in te halen/beter/sterker te zijn dan de ander. Dus wapenwedloop.



opdracht WO 1
Uitkomst? Je kunt verschillende bronnen indelen in: militarisme, nationalisme en de wapenwedloop. Wij bespreken de opdracht klassikaal. 
Waartoe/waarom? Je begrijpt dat bronnen (uit het verleden maar ook het heden) een bepaald doel hebben. Wanneer je dit herkent kun kritischer kijken naar een bron. 
Hoe? Ga in je groepje zitten die ik heb gemaakt. 
Tijd?  10 minuten.
Hulp?  Je eigen groepje.
Wat? 1. Bekijk de verschillende bronnen.
           2.Over leg met je gehele groepje bij welk begrip de bron past. 
           3. Leg de bron bij het juiste begrip. 
klaar?  Vraag docent.
timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

Terwijl de leerlingen de opdracht maken loop ik eerst een rondje om te checken of de leerlingen aan de slag kunnen, ik geef hier nog geen inhoudelijke hulp voor de opdracht want de leerlingen moeten het eerst zelf proberen.  

Na vijf minuten loop ik een tweede rondje. Ik houd zicht op het leren van de leerling door te luisteren naar de gesprekken van de groepjes vooral waarom zij bepaalde keuzes maken in de opdracht. Als er een vraag is beantwoord ik die vraag niet maat stel ik denkvragen om de leerlingen zelf tot het goede antwoord te laten komen. Als de leerlingen vragen bij welk begrip de bron hoort vraag ik bijvoorbeeld: ‘Wat zie je op de bron?’ en ‘Wat denk je dat het doel van de bron is’ Leerlingen denken dan zelf na over de vragen en komen tot het antwoord. Hierbij maak ik gebruik van scaffolding ik bekijk per groepje hoeveel hulp zij nodig hebben, check wat het groepje lastig vindt en wat hun vraag is. Hierop baseer ik de hulp die ik geef sommige groepjes hebben extra uitleg nodig, andere extra instructie, en weer andere feedback of ik stel een vraag. Ik controleer door een vraag te stellen of het groepje mijn hulp heeft begrepen, ik laat hen dit in hun eigen woorden herhalen zodat ik zeker weet dat het begrepen is. Als ik denk dat het groepje het aan kan bouw ik de hulp af (fading).

Twee minuten voor het afronden van de opdracht loop ik een laatste rondje en kijk ik of de opdracht goed is verwerkt en de leerlingen gevorderd zijn. Aan veel voorkomende fouten besteed ik bij het nabespreken extra aandacht.
 
Opdracht  nabespreken

Slide 26 - Diapositive

Tijdens het nabespreken van de opdracht focus ik extra op de voorkomende fouten. Ik vraag aan groepjes om te vertellen welke bronnen zij bij een bepaald begrip hebben geplaatst en waarom. Als het fout is vraag ik een ander groepje om het groepje (dat het fout had) te helpen en hun redenering achter hun antwoord te delen. Ik geef de groepjes kort en specifieke feedback. Daarna gaat de slide op het bord naar het juiste antwoord

Groepjes beantwoorden mijn vraag welke bronnen zij bij een bepaald begrip hadden geplaatst en waarom/hoe zij tot hun antwoord zijn gekomen.


Opdracht  nabespreken nationalisme

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht  nabespreken nationalisme

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht  nabespreken militarisme

Slide 29 - Diapositive

Door straten marcheren -> militarisme: laten zien hoe sterk het leger is (aan eigen volk).

Afbeelding thogetjer verheerlijking van leger 'samen te oorlog, vrolijke kleuren'.
Opdracht  nabespreken militarisme

Slide 30 - Diapositive

Door straten marcheren -> militarisme: laten zien hoe sterk het leger is (aan eigen volk).

Afbeelding togheter verheerlijking van leger 'samen te oorlog, vrolijke kleuren'.
Opdracht  nabespreken wapenwedloop

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht  nabespreken wapenwedloop

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

les afsluiting 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
• Aan het einde van deze les kun je de drie oorzaken van de Eerste Wereldoorlog in je eigen woorden uitleggen. 


• Aan het einde van deze les kun je verschillende bronnen koppelen aan de begrippen nationalisme, militarisme en wapenwedloop. 

Slide 34 - Diapositive

Kort en krachtig terugkomen op de lesdoelen.

Ik laat de leerlingen de lesdoelen lezen en vraag een paar random leerlingen of zij denken dat de lesdoelen zijn bereikt. Ik vraag aan twee andere random leerlingen wat ze in deze les hebben gedaan 

Als zij hulp nodig hebben bij het beantwoorden van deze vraag stel ik de volgende vragen:
Wat voor opdracht heb je gemaakt in de les?
• Wat is nationalisme/militarisme/wapenwedloop?
• Tweede lesdoel is behaald door de opdracht te maken.
Dit doe ik in de vorm van een onderwijsleergesprek.

Fijne dag!
        

Pak je spullen in en blijf op je plek zitten tot de bel gaat.

Slide 35 - Diapositive

Fijne dag wensen aan de deur, complimenten geven.