Oefentoets

Oefentoets
Lay-out bespreken
Oefenen met de woorden en grammatica
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets
Lay-out bespreken
Oefenen met de woorden en grammatica

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 1
Luisteropdracht. Deze opdrachten gaan we op een ander moment maken, maar hij telt wel mee voor de toets. 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 2
Vertaal het dikgedrukte woord

Slide 4 - Diapositive

Oefenen
1 What is your favourite subject?

2 We have to take out our notebooks.
3 My uncle is divorced.
4 My brother wants to move to London.
5 Rome is an Italian city. 
6 I dislike foreign food.
7 Old men are often bald.
8 The dentist says I need braces.





Slide 5 - Diapositive

Opdracht 3
Je hebt een rijtje Engelse woorden. Je kiest het juiste woord bij de juiste zin. 

Slide 6 - Diapositive

Oefenen
an only child - difficult - European - handsome - listen to - married - moustache - postcard - spot - wavy

1 I think learning French is ____.
2 The students ____ the radio.
3 Sarah doesn’t have siblings. She’s ____.
4 My aunt and uncle are ____.
5 France is a ____ country.
6 I’m sending a ____ to my family.
7 That famous singer is really ____.
8 I’ve got a red ____ on my nose.







Slide 7 - Diapositive

Opdracht 4
Hetzelfde als opdracht 3, maar dan staan de woorden in het Nederlands. Je moet ze dus ook vertalen!!!

Slide 8 - Diapositive

Oefenen
bureau - België - glimlachen - grootmoeder - leraar - nogal - nicht - omschrijven - plattegrond - wereld

1 I do my homework at my ____.
2 Our science ____ is tall.
3 His ____ is 90 years old.
4 My sister’s daughter is my ____.
5 Australia is on the other side of the ____.
6 Can you find Greece on this ____?
7 Your hair is ____ curly.
8 Why do people always ____ in pictures?







Slide 9 - Diapositive

Opdracht 5
Invulopdracht over de personal pronouns en de possessive pronouns of a of an.
In de toets staan alle keuzes bovenaan de toets. Bij deze lessonup heb ik voor het gemak de Nederlandse vertaling tussen haakjes gezet (Niet bij a of an)

Slide 10 - Diapositive

This is Bob. ____ (hij) is my younger brother.

Slide 11 - Question ouverte

(Onze)................... grandparents are from France.

Slide 12 - Question ouverte

We can’t find our parents. Can you tell ____ (ons)where they are?

Slide 13 - Question ouverte

The students are loud. The teacher asks ____ (hun/hen)to be quiet.

Slide 14 - Question ouverte

I know those girls well. I’m a friend of ......... (van hen)

Slide 15 - Question ouverte

Lucy’s got blue eyes, but .............. (haar) brother has got green eyes.

Slide 16 - Question ouverte

Belgium is in Europe. ____ (het)is a country south of the Netherlands.

Slide 17 - Question ouverte

Are ____ (jullie)from Sweden? – No, we’re from Norway.

Slide 18 - Question ouverte

That pencil case is ............ (van jou).

Slide 19 - Question ouverte

I’m ( a / an) only child, but I’ve actually got quite ( a / an) big family.

Slide 20 - Question ouverte

My dad’s got three sisters and ( a / an) older brother.

Slide 21 - Question ouverte

We all see each other once a year at ( a / an) family party.

Slide 22 - Question ouverte

I have to travel for ( a / an) hour to get there.

Slide 23 - Question ouverte

Opdracht 6
Leestekst met 8 vragen. Beantwoord de vragen in het Nederlands. 

Slide 24 - Diapositive

Opdracht 7
Een invulformulier invullen. Let op! Het gaat niet over jezelf. 

Slide 25 - Diapositive

Voorbeeld
Je nichtje gaat zich opgeven voor een survivalweek in Noorwegen. Jij biedt aan om het aanmeldingsformulier voor hem in te vullen.

Vul op basis van de bovenstaande informatie het formulier (OP DE VOLGENDE BLADZIJDE) in voor je nichtje. Verwerk in het formulier ook het volgende:
- Naam, adres en contactgegevens mag je zelf bedenken.
- Je nichtje is 15 jaar.
- Je nichtje eet geen vlees en houdt niet van groenten.
- Je nichtje heeft geen allergieën.
- Je nichtje speelt graag buiten en zij houdt van tekenen.
- Je nichtje wilt heel graag ingedeeld worden in dezelfde week als haar zusje Nicole. Nicole gaat in de week van Maandag 21 augustus tot maandag 28 augustus.
Let op: Beantwoord open vragen met volledige zinnen en gebruik de I-vorm (ik-vorm).







Slide 26 - Diapositive