Parler Chapitre 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

On va parler:

Chapitre 2

Spreekvaardigheid

vertellen over school

Herhaling: werkwoord op -er

Herhaling: kloktijden

Herhaling: dagen van de week

Belangrijk:

- Wat zeg je: de betekenis van de zin

- Hoe zeg je het: intonatie  --> vraag of zeg je iets?

- Uitspraak : check de regels die je geleerd hebt.

oi   --> wa

ai    --> è                als in gek

é     --> eee           als in beek

Hallo!

Hoe heet jij?

In welke klas zit jij??

Spreek jij Frans?

Wie is jouw leraar Frans?

Geeft zij huiswerk op?

Hallo!

Ik heet ...

Ik zit in de eerste klas.

Ja, een klein beetje.

Dat is mevrouw Rijntjes

Ja, zij geeft veel huiswerk op.

Hallo! Hoe heet jij?

Wie is jouw leraar (vak)   ?

Is hij / zij streng?

Vind jij (vak) leuk?

Waarom? Pourquoi?

Hallo! Ik heet ...

Dat is ...

Ja, hij / zij is streng en aardig.

Ja, een klein beetje.

Ik vind (vak) leuk.

Ik heb een hekel aan (vak)

Ik weet het niet.

....-s   --> ...

Je hoort de s niet.

....-s + h...             --> z

....-s + klinker     --> z

Je verbindt de twee woorden met elkaar.

Hallo! Hoe laat begin jij op (dag)?

Wij hebben (vak). Et jij?

Vind jij (vak) leuk?

Wat is je lievelingsvak?

Dat is (vak)

Heb jij huiswerk?

Tot gauw?

Hallo! Ik begin om (tijd).

Wij hebben (vak).

Ik heb een hekel aan (vak).

Dat is  (vak)

En jij? Wat is jouw lievelingsvak?

Ja, ik heb huiswerk voor  (vak)

Het is voor (dag). Tot ziens!

Herhaal voor jezelf:

- de vakken op school

- de dagen van de week

- de kloktijden

Herhaal voor jezelf:

- de vakken op school

Herhaal voor jezelf:

- de dagen van de week

0

Herhaal voor jezelf:

- de kloktijden

0