4.4 elektrische energie vervoeren

H4.4 elektrische energie vervoeren
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundePraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H4.4 elektrische energie vervoeren

Slide 1 - Diapositive

doel
  • Waar komt elektrischteit vandaan
  • Wat is een transformator
  • Wisselspanning
  • Primair en secundaire spanning
  • Een spoel en windingen

Slide 2 - Diapositive

Hoe komt elektriciteit in ons huis ?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Elektriciteitscentrale
-kolencentrale
- kerncentrale

Generatoren (dynamo's)
- wisselspanning 10.000 /20.000 v


Slide 6 - Diapositive

Waar komt energie vandaan ?

Slide 7 - Diapositive

wisselspanning
Wisselspanning is makkelijk om te zetten naar hogere en lagere spanning.
(Getransformeerd)

Dit wordt gedaan door een transformator.

Slide 8 - Diapositive

Transformatorhuisjes
In elke woonwijk staat zo'n huisje

Spanning naar beneden getransformeerd naar 230 V
Daarna naar woningen getransporteerd

Slide 9 - Diapositive

Hoogspanning = spanning tussen de 20.000 en 400.000 volt
Laagspanning =wisselspanning tot 1000 volt
= netspanning

Slide 10 - Diapositive

lichtnet
levert een wisselspanning 
frequentie = 50 Hz  (50x per sec)
spanning = 325 v


50 x wisselt de spanning van 230 volt naar -230 volt in 1 sec

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is wisselspanning?
A
spanning blijft altijd 230volt
B
spanning is altijd 0
C
spanning is altijd -230 volt
D
spanning wisselt van 230 volt naar -230 volt

Slide 13 - Quiz

transformator
bestaat uit een primaire en secundaire spoel om een weekijzeren
 ( geringe hardheid ) kern

primaire spoel aangesloten op een wisselstroom.
stroom veranderd van grootte en richting  ----> magnetischveld

Slide 14 - Diapositive

Uitleg afkortingen
Er is spanning Up    en  Us          Er zijn aantal windingen Np en Ns 
U = spanning (volt)                         N = Aantal windingen


                                                   p = primaire
                                                   S= secundaire

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive


primare
stoomkring
secundaire stroomkring

Slide 18 - Diapositive


Wat betekent Up ?

Slide 19 - Question ouverte

Wat gebeurd er met de spannning in het transformatorhuisje in een woonwijk ?
A
spanning gaat omhoog
B
de spanning blijft gelijk
C
spanning gaat naar beneden
D
spanning naar 0

Slide 20 - Quiz

spanning en aantal windingen

Slide 21 - Diapositive

formule transformator
U = spanning
Up                  Np  
___      =        _____
Us                   Ns
Als Ns  5x zo groot is  al  Np = 
 Us   ook 5x zo groot als  Up

Slide 22 - Diapositive


Als  Ns 10 x zo groot is als  Np   en  Up  = 2

Hoe groot is dan Us   ?
A
Us = o
B
Us = 20
C
Us = 0,2
D
Us = 5

Slide 23 - Quiz


Als bij een primaire spoel Up = 230 volt   N = 100 windingen.
Bij een secundaire spoel  Ns = 10 windingen

Wat is de Us  =     ?
A
230 volt
B
23 volt
C
0 volt
D
230.00 volt

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

rendement transformator
door de primaire spoel opgenomen              door de secundaire
elektrisch vermogen                                    =       spoel afgegeven
                                                                                          elektisch vermogen

Formule      Pp   =  Ps               of         Up  .  Ip   =   Us .  Is   

Slide 26 - Diapositive


een lasapparaat in een stopcontact  spanning 50 V  =  Us 
door de spoel loopt mac 20 A (Ip ).
(let op U = 230 V)
Bereken hoe groot de secundaire stroom is  Is


A
o V
B
575 V
C
50 V
D
92 V

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive