Engels

a double bed
A
een dubbele bed
B
een stapelbed
C
een bed met 2 kanten
D
een tweepersoons bed
1 / 40
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 43 min

Éléments de cette leçon

a double bed
A
een dubbele bed
B
een stapelbed
C
een bed met 2 kanten
D
een tweepersoons bed

Slide 1 - Quiz

alarm clock
A
wekker
B
alarm
C
klok met geluid
D
alarm klok

Slide 2 - Quiz

armchair
A
arm leuning
B
leuning
C
leunstoel
D
schommel stoel

Slide 3 - Quiz

attic
A
woonkamer
B
zolder
C
open plaats
D
aanval

Slide 4 - Quiz

back garden
A
boot achter in je tuin
B
achtertuin
C
planten plek
D
slot

Slide 5 - Quiz

balcony
A
balcon
B
balkon
C
bal
D
paal

Slide 6 - Quiz

bedside lamp
A
nachtlamp
B
begane grond
C
lamp naast je bed
D
lamp in de woonkamer

Slide 7 - Quiz

carpet
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

ceiling
A
begane grond
B
tapijt
C
plafond
D
plafont

Slide 9 - Quiz

cupboard
A
closet
B
kas
C
kasd
D
kast

Slide 10 - Quiz

curtains
A
qordijnen
B
logeerkamer
C
rijtjeshuis
D
gordijnen

Slide 11 - Quiz

desk
A
plafont
B
bureaue
C
bureau
D
plafond

Slide 12 - Quiz

detached house
A
rijtjeshuis
B
reitjeshuis
C
ruutjeshies
D
vrijstaand huis

Slide 13 - Quiz

dining table
A
eettefale
B
eettafel
C
eetafel
D
eettafell

Slide 14 - Quiz

driveway
A
weg
B
rit
C
op
D
oprit

Slide 15 - Quiz

fireplace
A
veranda
B
vurplek
C
vuurplaats
D
open haard

Slide 16 - Quiz

fridge
A
kast koel
B
koolkast
C
koelast
D
koelkast

Slide 17 - Quiz

furniture
A
muebels
B
frituren
C
bakken
D
meubels

Slide 18 - Quiz

ground floor
A
begane grond
B
ondergrond
C
beneden
D
begina gront

Slide 19 - Quiz

mansions
A
maisons
B
huis
C
rijtjeshuis
D
landhuis

Slide 20 - Quiz

mess
A
mes
B
mest
C
rommell
D
rommel

Slide 21 - Quiz

mirror
A
speigel
B
muur
C
spiegel
D
meer

Slide 22 - Quiz

paintings
A
verfen
B
kwasten
C
schilderijen
D
deleten

Slide 23 - Quiz

pillows
A
kussen
B
kussens
C
kusje
D
pilletjes

Slide 24 - Quiz

porch
A
varken
B
varkensvlees
C
portiek
D
veranda

Slide 25 - Quiz

sheets
A
deken
B
lakens
C
laken
D
dekens

Slide 26 - Quiz

shelves
A
schelpen
B
plank
C
planken
D
plankjes

Slide 27 - Quiz

sofa
A
bank
B
bankje
C
koekje
D
koekjes

Slide 28 - Quiz

spare bedroom
A
lege kamer
B
logeerkamer
C
mijn kamer
D
badkamer

Slide 29 - Quiz

study
A
studeren
B
studeerkam
C
studeerkamers
D
studeerkamer

Slide 30 - Quiz

terrace
A
terrad
B
terras
C
terrassje
D
veranda

Slide 31 - Quiz

terraced house
A
huis met terras
B
vrijstaand huis
C
terras huis
D
rijtjeshuis

Slide 32 - Quiz

to clean your room
A
eigen kam opruiimen
B
je kamer schoon,aken
C
je kamer schoonmaken
D
ik ben pipi langkous :)

Slide 33 - Quiz

to decorate
A
decorerenn
B
inrichten
C
decoreren
D
inrigten

Slide 34 - Quiz

to move house
A
huis verschuiven
B
verhuisen
C
huis verskuifen
D
verhuizen

Slide 35 - Quiz

to paint wall
A
muur schilderenn
B
to verfen de muur
C
to muur schilderen
D
de muur schilderen

Slide 36 - Quiz

upstairs/ downstairs
A
boven verdieping
B
bovenverdiepink
C
beneden verdieping
D
benedenverdiepimg

Slide 37 - Quiz

wallpaper
A
muurpapier
B
inpakpapier
C
verpakkings papier
D
behang

Slide 38 - Quiz

wardrobe
A
garderobe
B
kleding
C
kast
D
kledingkast

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive