1V passé composé

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

passé composé

7.5 Grammaire II

Oefenen voor toetsweek 4

Passé composé

J'ai organisé une fête.                     Ik heb een feest georganiseerd.

Nous avons regardé un film.        Wij hebben een film gekeken.

passé composé (voltooide tijd): hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

De passé composé gebruik ik om ...

1. iets over het verleden te vertellen
2. iets over de toekomst te vertellen

De passé composé bestaat uit ...

1. hulpwerkwoord + heel werkwoord
2. hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

danser

j'ai dansé

tu as dansé

il, elle, on a dansé

nous avons dansé

vous avez dansé

ils, elles ont dansé

dansen

ik heb gedanst

jij hebt gedanst

zij, hij, men heeft gedanst

wij hebben gedanst

jullie hebben gedanst, u heeft gedanst

zij hebben gedanst (m/v)

hulpwerkwoord

het werkwoord avoir in de présent

j'ai

tu as

il, elle, on a

nous avons

vous avez

ils, elles ont 

voltooid deelwoord

er --> é

jouer (spelen) --> joué

acheter (kopen) --> acheté

danser (dansen) --> dansé

Kies de juiste vorm van de passé composé
Il .... tennis. (jouer)

1. a joué
2. as joué

Kies de juiste vorm van de passé composé
Elles ... son frère. (appeler)

1. ont appelé
2. avons appelé

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé.
Léa ... le film. (aimer)

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé.
Tu ... la série? (regarder)

Onregelmatige vormen van het voltooid deelwoord

être: j'ai été, tu as été, etc. 

avoir: j'ai eu, tu as eu, etc.

prendre: j'ai pris, tu as pris, etc. 

faire: j'ai fait, tu as fait, etc.

vouloir: j'ai voulu, tu as voulu, etc.

ik ben geweest, jij bent geweest, etc.

ik heb gehad, jij hebt gehad

ik heb genomen, jij hebt genomen

ik heb gemaakt, jij hebt gemaakt, etc.  / ik heb gedaan, jij hebt gedaan, etc.

ik heb gewild, jij hebt gewild, etc. 

Kies de vorm met het juiste voltooid deelwoord (onregelmatig).
Je / J' .... un coca. (prendre)

1. ai prendré
2. ai pris

Kies de vorm met het juiste voltooid deelwoord (onregelmatig).
Vous .... très gentils! (être)

1. avez été
2. avons êtré

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig).
Julie ... des problèmes. (avoir)

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig).
Il ... ses devoirs. (faire)

Vous avez des questions?

Gaat het lukken :) ?

😒🙁😐🙂😃

?

Vous avez des questions?