Skills theorie periode 2.3

Skills theorie periode 2.3 oefentoets
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Skills theorie periode 2.3 oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rangeer techniek gebruik je alleen bij
A
intramusculair
B
fraxiparine
C
huidplooi
D
loodrechttechniek

Slide 2 - Quiz

Bij intramusculair kun je de huis spannen tussen duim en wijsvinger en dan prikken.
In de spier wordt het snelst opgenomen in het bloed.
Intramusculair prik je op volgende plaatsen:
A
bovenste buiten bil
B
Zijkant bovenarm
C
rechterdijbeenspier
D
onderste buiten bil

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor injecteren insuline spuit je 2 EH weg, na injecteren laat je de pen 10 sec zitten.
Waar
Niet waar

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je spuit per ongeluk in de bloedbaan, dit kan leiden tot
A
Vertraagde opname medicatie
B
Versnelde opname medicatie
C
Verlies van medicatie
D
overvulling

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zorgt het luchtbelletje voor bij de zuiger van fraxiparine

Slide 6 - Question ouverte

Dat alle medicatie ingespoten wordt, bel moet boven aan bij de zuiger zitten als je injecteerd.
Subcutane naald is er in verschillende kleuren:
A
blauw
B
oranje
C
roze
D
Groen

Slide 7 - Quiz

roze opzuig en groen intramusculair
Intramusculair in linker of rechter buitenste bovenste bilkwadrant. altijd in hoek van 90 graden.
waar
niet waar

Slide 8 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

2-4-6 regel?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

waar loopt de nervus ischiadicus het meeste risico op schade bij injecteren?

Slide 10 - Question ouverte

In de bil
Waar kijk je naar bij inschatten loodrecht techniek subcutaan
A
inschatten naaldlengte
B
Meeste vet (bil)
C
Hoek 45-60 graden
D
plek (invloed op opname)

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een hyperglycaemie, waar heb je dan mee te maken:
A
te weinig hormoon insuline
B
adrenaline
C
glucagon
D
glucose

Slide 12 - Quiz

Bij afwijkende bloedsuiker altijd contact opnemen met behandelaar.
In een noodsituatie mogen alle zorgmedewerkers voorbehouden of risicovolle handelingen uitvoeren?
waar
niet waar

Slide 13 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verpleegkundige mag voorbehouden handelingen uitvoeren als....
A
bekwaam is
B
Nooit
C
leerling is
D
opdracht van arts zelfstandige bevoegde

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij prikincident

Slide 15 - Question ouverte

1.  Eerst wondje laten bloeden.
2. Desinfecteren wondje.
3. Melden.
Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions