Unit 3 - Lesson 1 vocab + gerund

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Unit 3

Reading

Watching + listening

Grammar

Writing

Lessonplan

Watching

Discussion

Reading

Grammar

Homework

Vocabulary

Vocabulary

E.g. is an abbreviation for 'for example'.

Vertaal "abbreviation".

gezaghebbend

1. power-having
2. prestigious
3. having-power
4. powerish

gezaghebbend

People often buy clothes on a whim. 

1. tegen hun zin
2. credit card
3. opwelling
4. online

nietemin

Niettemin? 

Voorbeeld:`Het was een koude zomer, niettemin is er veel ijs verkocht`

Synoniemen: echter, maar, toch

Nevertheless examples:

• I don’t have great hand-eye coordination; nevertheless, I did pretty well at the arcade.
• The odds were against me; nevertheless, I was able to set a new personal best swim time.

Think of another example sentence with "nevertheless".

Watching

0

Reading

2nd form

Reading

What: Read 'the Life of an international fashion model'

How: Together

How long: +/- 5 minutes

Why: to better your reading skills

Done: -

According to the video and the text, what is
the 'dark side' of modelling?

What shift is being made in the
modelling world? (think Dove)

What is the real problem that stems from
the modelling world according to you,
and why is it a problem?

GRAMMAR

GRAMMAR

GRAMMAR

Gerund

At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 

Wat valt je op aan deze zinnen?

• Smoking is forbidden in the barbershop.
• I look forward to seeing you next week.
• Could you start doing your homework? 
• That dress isn't worth buying.
• He started running.

• -ing staat achter sommige woorden
• Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 

GERUND

Maak een aantekening van de volgende slide!

Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

1. Als het onderwerp van de zin.

• Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels. 

• Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, prefer etc.)

• Example: I love going to the movies. 

= gerund

voorzetsel?

Een voorzetsel is een woord dat past in: De vogel vliegt .. het kooitje.

Thanks for inviting me to the party!

1. Onderwerp
2. Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
3. Voorzetsels

Smoking is forbidden in this school.

1. Onderwerp
2. Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
3. Voorzetsels

I enjoy spending time with you.

1. Onderwerp
2. Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
3. Voorzetsels

GERUND

Maak een aantekening van de volgende slide!

Gerund ook bij: 

4. Na werkwoorden die 'begin', 'einde', of 'doorgaan' aangeven.

• Example: Everybody had finished writing. 

5. Na een aantal andere werkwoorden. (delay, postpone, put off, imagine, consider, avoid, remember, mind, keep, spend etc) 

• Example: I put off learning vocabulary for a whole week.

6. Na een aantal uitdrukkingen. 

(it's no good, it's no use, it's worth, can't help, to be busy, to feel like, Tthere is no, can't help  etc)

• Example: She can't help singing all day long. 

It's worth trying to sell it.

1. Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
2. Uitdrukkingen
3. Andere werkwoorden

Everybody had finished speaking.

1. Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
2. Uitdrukkingen
3. Andere werkwoorden

He put off seeing her.

1. Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
2. Uitdrukkingen
3. Andere werkwoorden

....(write) in English is easy.

I love ... (go) out to restaurants.

That make-up product isn't worth ... (buy)

I'm looking forward to ... (receive) your letter.

My sister considers ... (leave) Rob.

They suddenly stopped ... (run).

Make your own sentence with a Gerund!

Gerund

Gebruik je als zelfstandig naamwoord:

1. als een onderwerp

2. als meewerkend/lijdend voorwerp

3. na bepaalde werkwoorden*

4. na voorzetsels

5. na bepaalde uitdrukkingen

To-infinitive

Je gebruikt de to-infinitive:

1. als lijdend vwp/meewerkend vwp

2. na werkwoorden die een bevel of wens uitdrukken.

3. Na specifieke werkwoorden

Gerund

Na ww waarmee je aangeeft iets wel of niet leuk te vinden:

like, dislike, love, hate, fancy, envy

I love reading books.

I hate cooking.

I fancy having luxurious dinners.

 

To-infinitive

Na ww die een wens uitdrukken:

wish, hope, want, dream, desire

I hope to see you soon

Na ww die een bevel uitdrukken: 

demand, forbid, prohibit, allow, restrict

I forbid you to see him.

Gerund

Na zintuiglijke werkwoorden

see, watch, hear, smell, feel

I watched them playing a new game

Na specifieke werkwoorden

avoid, consider, give up, go on, keep, manage, mind, prefer, recommend, start, stop en suggest

I prefer hanging out with my friends.

To-infinitive

Na specifieke werkwoorden

decide, expect, choose, hesitate, learn, refuse, manage

I decided to go for a walk today

Today

Class work

Start unit 3

Start lesson 1

Grammar: gerund

Individually 

Reading

Vocabulary

Goals

• Ik kan navertellen wat het thema is waar dit hoofdstuk over gaat.
• Ik kan benoemen wat ik deze week ga oefenen. 
• Ik herken de gerund en kan deze toepassen. 
• Ik herken de woorden van lesson 3.1. 

I understand and can use the gerund in English.

😒🙁😐🙂😃

Done!

Now, check and finish your homework.

Good luck! 

Do:

• Lesson 1 ex 1 - 7, 9
  

Study:

• vocab unit 3, lesson 1 pages 124+125
  
• Gerund Reference p. 64

Bring to class: 

• of course book
  
• your reading book
  
• laptop
  
• headphones!

HOMEWORK