Politiek 3.3

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

3.3 Stromingen in de politiek
Aan het einde van de les kunnen jullie...
  • de drie grote Politieke stromingen in Nederland benoemen.
  • de bijbehorende waarden benoemen van die stromingen'

Slide 3 - Diapositive

Planning
31 januari tentamen Paragraaf 3.1, 3.2 & 3.3!
Week 8 Tentamen Politiek 

Slide 4 - Diapositive

POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS

gelijkwaardigheid
Actieve overheid
Passieve overheid
Vrijheid

Slide 5 - Question de remorquage

Politieke Stromingen betekenis:
verzameling ideeen over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

De 3 grootste stromingen zijn:

  • Liberalisme
  • Sociaal-democratie
  • Christen-democratie

Slide 6 - Diapositive

Liberalisme
Waarden:
  •  Economische vrijheid
  •  Persoonlijke vrijheid

Rol van de overheid:
Alleen zorgen voor veiligheid (passieve overheid)

Slide 7 - Diapositive

Sociaal-democratie
Waarden:
  • Solidariteit
  • Gelijkwaardigheid

Rol van de overheid:
ongelijkheid tegen gaan (actieve overheid)


Slide 8 - Diapositive

Christen-democratie
Waarde:
  • Naastenliefde

Rol van de overheid:
alleen als er geen andere hulp is (beperkte overheid)

Slide 9 - Diapositive

Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?
Gelijkwaardigheid
Naastenliefde
Economische vrijheid
SOCIALISTEN
CHRISTENDEMOCRATEN
LIBERALEN
Solidariteit
Persoonlijke vrijheid

Slide 10 - Question de remorquage

Niet bij een stroming 
* Populistische partijen
- 'De wil van het volk'
- Belangen van gewone mensen 

 De PVV bijvoorbeeld wil:
goede uitkeringen voor werklozen (sociaal-democratisch);
maar ook minder regels voor bedrijven (liberaal).


Slide 11 - Diapositive

Niet bij een stroming
* 'One-issue'-partijen
One-issue-partijen stellen één aspect van de samenleving centraal. Bijvoorbeeld:
Partij voor de Dieren
50PLUS
BoerBurgerBeweging



Slide 12 - Diapositive

De vrijheid om te leven zoals jij wil is...
A
Solidariteit
B
Economische vrijheid
C
Gelijkwaardigheid
D
Persoonlijke vrijheid

Slide 13 - Quiz

Bij welke stroming horen linkse partijen?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalen

Slide 14 - Quiz

Bij welke stroming horen midden partijen?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalen

Slide 15 - Quiz

Bij welke stroming horen rechtse partijen?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalen

Slide 16 - Quiz

Stromingen in de politiek
Sociaal-Democratie
Christen-Democratie
Liberalisme
Waarden:
-Gelijkheid
-Solidariteit
Waarden:
-Geloof
-Naastenliefde en samenwerking
Waarden:
-Economische vrijheid
-Persoonlijke vrijheid
Doel:
-Eerlijke verdeling van kennis en macht. 
-Beschermen van de kwetsbare mensen
Doel:
-Een samenleving waarin mensen goed voor elkaar zorgen.
-Respect voor het Woord van God (de Bijbel)
Doel:
-Vrijheid voor mensen om te doen en laten wat ze willen.
-Bescherming van die vrijheid.
Komt op voor:
-Mensen met weinig geld 
-Mensen met minder kansen.
Komt op voor:
-Gezinnen met kinderen
-Christelijke instanties
Komt op voor:
-Werkende burgers en ondernemers.
-bedrijven.
Rol van de overheid:
-Actief: ongelijkheid tegengaan. 
Rol van de overheid:
-Beperkt: Alleen als er geen andere hulp is. 
Rol van de overheid:
-Passief: Alleen zorgen voor veiligheid. 

Slide 17 - Diapositive

Kunnen jullie nu
  • de drie grote Politieke stromingen in Nederland benoemen?
  • de bijbehorende waarden benoemen van die stromingen?
  • Uitleggen wat populisme is?

Slide 18 - Diapositive

To-do 
- Huiswerk: Werkboek Opdrachten Paragraaf 3.3: 2, 3, 5a, 7 & 9
- Leren voor SO! 

Slide 19 - Diapositive