Hybride les 3.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift/pen

Leg op tafel:

Log in: 

3.8 vanaf blz. 255

3

Spelling

3.8 spelling blz.253

Doel: 

• Je weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
  
• Je weet hoe je de verledentijd van sterke werkwoorden spelt.
  
• Je kunt zelfstandig naamwoorden (ZN) in het meervoud schrijven
  

De verleden tijd

Van serke werkwoorden

Wat weet je nog van:

Zwakke en sterke werkwoorden in de verleden tijd

Sterke

werkwoorden

hebben de kracht om in de verleden tijd van klank te veranderen.

Sterke

werkwoorden

Voorbeelden sterke ww:
lijken

hebben

slaan

fluiten

verliezen

slapen

Verleden tijd

sterke werkwoorden

In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt

In het meervoud:
schrijf op zoals het klinkt

Regel

Leer de regels uit je hoofd. zie blz. 254

Voorbeelden:
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen

Wat weet je nog van:
Meervoudsvormen van ZN

Meervoudsvormen ZN

-en	-s	-'s
Schrijf je aan het woord vast. Let op : klinkerweglating en medeklinker-verdubbeling	Als het geen probleem voor de uitspraak oplevert.	Om uitspraak problemen te voorkomen. Bij afkortingen en woorden die eindigen op: I k h OU v A n Y 's

0

Sterk of zwak?

BLAZEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Sterk of zwak?

STOFZUIGEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Meervoud van piano

Sterk of zwak?

STELEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Meervoud van logé

Sterk of zwak?

SCHRIKKEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

deze kan allebei

Meervoud van studie

Sterk of zwak?

LACHEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

meervoud van haarspray

omdat er een klinker voor de Y zit, schrijf je de -s eraan vast. 

Sterk of zwak?

SCHEREN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Welke vragen heb je nog?

3.8 spelling

Maak de opdrachten 1 t/m 9 van blz. 255 t/m 259.

Wat heb je deze les geleerd?