HC Duitsland in Europa Paragraaf 1 Opkomst van het Derde Rijk (1918 - 1945)

HC 2, Duitsland in Europa 1918-1991
Deelcontext 1: Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
1. je kan met drie oorzaken uitleggen waarom de democratische Weimarrepubliek niet uitgroeide tot een stabiel bestuur.
2. je kan de invloed van het Dawesplan uitleggen maar ook het economische gevolg in Duitsland na de beurskrach
3. je kan verklaren waarom de NSDAP uitgroeide tot een massapartij


1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

HC 2, Duitsland in Europa 1918-1991
Deelcontext 1: Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
1. je kan met drie oorzaken uitleggen waarom de democratische Weimarrepubliek niet uitgroeide tot een stabiel bestuur.
2. je kan de invloed van het Dawesplan uitleggen maar ook het economische gevolg in Duitsland na de beurskrach
3. je kan verklaren waarom de NSDAP uitgroeide tot een massapartij


Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je antwoord geven op de volgende vraag:

"Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?"

Slide 3 - Diapositive

Het Duitse keizerrijk en Wilhelm II
Duitse keizerrijk
1. Politieke en militaire grootmacht.
2. groeiende internationale ambities
3. sterke economische groei
4. autocratische keizer
5. kanselier: Bismarck, was tegen verdere expansie, politiek gericht op machtsevenwicht

Wapenwedloop met andere landen → massavernietiging
Koloniën
Conferentie van Berlijn (1884-1885) o.l.v. Bismarck → moet bestuur uitoefenen in gebied → Dld nog enkele koloniën

Bismarck weggestuurd in 1890 → Weltpolitik van keizer Wilhelm II, Dld verdient 'platz an der sonne'.

Toenemende spanningen tussen Dld / GB en Fr.


Gevolgen
- Eerste Wereldoorlog




Slide 4 - Diapositive

De Eerste Wereldoorlog
Oorzaken
- bondgenootschappen
- modern imperialisme
- nationalisme
- militarisme
- moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije (directe oorzaak)
Oorlog
- Werd korte oorlog verwacht, mislukt (Von Schlieffenplan) → loopgravenoorlog
- Veel slachtoffers (ook burgers), totale oorlog
- censuur en propaganda
- 1917 VS verklaart oorlog aan Dld, voor Duitse legerleiding duidelijk dat ze gaan verliezen → overgave
Gevolgen
- Legerleiding adviseert Wilhelm nieuwe democratische regering aan te stellen die wapenstilstand tekenen→ die werden dan verantwoordelijk voor nederlaag. 
- Keizer treedt af, vlucht naar NL. Sociaal-democratische regering tekent wapenstilstand en gaat naar Versailles.
KA: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
KA: de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
KA: het voeren van twee wereldoorlogen
KA

Slide 5 - Diapositive

Welke afspraken stonden er allemaal in het verdrag van Versailles m.b.t. Duitsland?

Slide 6 - Question ouverte

Verdrag van Versailles 

  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)

  • Duitsland moet kolonies afstaan

  • Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man

  • Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk

Slide 7 - Diapositive

Verdrag van Versailles 

  • Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)

  • Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben

  • Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)

  • Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).

Slide 8 - Diapositive


Interbellum


  • Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

  • Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919) - Parlementaire Democratie 

  • Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 11 - Diapositive

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (Republiek van Weimar)
Het vertrouwen in de republiek (democratie) is laag.
  • Oude adellijke elite wil de keizer terug --> Nationalisten willen één sterke leider
  • Geen vertrouwen in de leiders van de Republiek
    --> Dolkstootlegende
  • Communisten willen 'dictatuur van het proletariaat'-->  (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen (staatsgreep). (bv, Spartacusopstand)

Slide 12 - Diapositive


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924



  • Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
  • Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.
  • Franse troepen blijven in het Saargebied tot 1925.


Franse troepen bezetten Essen

Slide 13 - Diapositive

Dolkstootlegende

  • Duitsers kunnen het moeilijk bevatten. Voor hem kwam het verlies niet door de soldaten, maar door het verraad van Joden, sociaal democraten en communisten (Dolkstootlegende)

Slide 14 - Diapositive


Duitsland 
1924-1929



  • Politiek en economisch gaat het beter met het land
  • Duitsland is in 1926 lid van de Volkenbond geworden
  • De Amerikanen steunen de Duitse economie met het Dawesplan
  • Mensen hebben weer vertrouwen en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive


Crisis in de wereld (Beurskrach)
vanaf 1929



  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

 Hitler?
  • NSDAP gebruikt chaos voor eigen gewin: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz. (propaganda)

  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen.

  • Mensen stemmen massaal op hem! 'Weg met Versailles', 'Werk voor iedereen' ''Duitsland weer machtig maken'

Slide 26 - Diapositive


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president) in jan 1933

Slide 27 - Diapositive

Aan het werk met MEMO: Deelcontext 1: Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
Lezen leertekst DC 1, maken opdr 1 tm 6 (blz 32)
Bespreken uitgewerkte leerdoelen:
1. je kan met drie oorzaken uitleggen waarom de democratische Weimarrepubliek niet uitgroeide tot een stabiel bestuur.
2. je kan de invloed van het Dawesplan uitleggen maar ook het economische gevolg in Duitsland na de beurskrach
3. je kan verklaren waarom de NSDAP uitgroeide tot een massapartij

Slide 28 - Diapositive

Les 2/3

Slide 29 - Diapositive

Duitsland 
Mededelingen
De opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
Examenvragen
Opdrachten

Slide 30 - Diapositive

Leerdoelen  (DC1)
04 je kan uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om het parlement buiten spel te zetten en de totale macht wist te veroveren
05 je kan uitleggen wat een totalitair regime is en acht kenmerken hierbij noemen
06 je kunt uitleggen waarom andere Europese landen de appeasementpolitiek voerden en waarom de inval in Polen een einde betekende van deze politie 
07 je kunt drie gevolgen noemen voor de Europese landen die door Duitsland waren bezet.

Slide 31 - Diapositive

Wat kan je nog vertellen over de gevolgen voor Duitsland na WO I?

Slide 32 - Carte mentale

Hoe kwam Hitler uit eindelijk aan de macht?

Slide 33 - Carte mentale

Examenvraag
Pas na 1923 konden in de Republiek van Weimar stabiele democratische regeringen worden gevormd.

Leg uit waardoor dit vóór 1924 niet mogelijk bleek en vanaf 1924 wel
mogelijk werd. 

Slide 34 - Diapositive


Rijksdagbrand
27 februari 1933






Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt 
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

Machtigingswet--> Deze wet gaf Hitler de bevoegdheid om vier jaar lang buiten de Rijksdag en andere constitutionele organen om te regeren en wetten uit te vaardigen.

Slide 35 - Diapositive


Totalitaire samenleving

  • Onder Hitler werd Duitsland een totalitaire samenleving
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.


Slide 36 - Diapositive

 Volksgemeenschap / Volksgemeinschaft
Volksgemeinschaft : een 'raszuiver' volk. 

Om een raszuiver volk te hebben werden de volgende actie ondernomen:
  1. 1933: Dachau (opsluiten van mensen die er niet bij horen)
  2. 1935 Neurenberger rassenwetten
  3. Later:  vermoorden van mensen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden.


Slide 37 - Diapositive

Examenvraag 2p
Op 1 september 1939 tekende Adolf Hitler een geheim bevel waarin de
bevoegdheden van bepaalde artsen zo uitgebreid werden, "dat zij aan
mensen die ongeneeslijk ziek zijn, na een zorgvuldige beoordeling van
hun krankzinnigheid, de genadedood kunnen toekennen".

Leg uit welk verband er bestaat tussen deze opdracht en het nazi-idee
van de Volksgemeinschaft.

Slide 38 - Diapositive

Kenmerken totalitaire staat Duitsland:
1)  Landsbelang staat boven individu.
--> Volksgemeinschaft (nationaal- socialistische 'raszuivere' klasseloze maatschappij) --> Antisemitisch
2) De leider is allesoverheersend.
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie.
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud).
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd --> Nazificatie (idealen nazi's)
  


6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (concentratiekampen)


Slide 39 - Diapositive

Filmvragen: Duitsland onder Hitler
Herhaling van wat we eerder al hebben gezien. Vanaf 4 minuten nieuwe informatie
Hoe zorgen de nazi’s ervoor dat ze nog meer aanhangers krijgen?
Hoe is Hitler aan de macht gekomen?
Hoe laat Hitler zien dat hij de machtigste man is van Duitsland?
Hoe wordt Hitler ook wel genoemd?
Wie zijn de tegenstanders van Hitler?
Hoe gaan de nazi’s om met tegenstanders? (noem meerdere voorbeelden)
Hoe wordt de bevolking overtuigd van de ideeën van Hitler (noem meerdere voorbeelden)
Noem een voorbeeld van indoctrinatie uit de film?
Welke acties worden er genoemd tegen de Joden?

Slide 40 - Diapositive

Wat weet je nog van net?

Slide 41 - Carte mentale

Wat is een totalitaire staat?

Slide 42 - Carte mentale

Onderwijs in Nazi-duitsland

Wiskundesom:
Een geestelijke gehandicapte kost de overheid 4 rijksmark per dag. Voorzichtige schattingen wijzen uit dat binnen de grenzen van het Duitse rijk 300.000 personen verzorgd worden in overheidsinstelling voor geestelijke zorg. 

Hoeveel huwelijksleningen van 1000 rijksmark per echtpaar kunnen jaarlijks gefinancierd worden van de fondsen die naar instellingen gaan?

Slide 43 - Diapositive

Onderwijs in Nazi-duitsland

Wiskunde:
Een bommenwerper stijgt op met twaalf dozijn bommen, die elk tien kilo wegen. Het vliegtuig gaat naar Warschau, centrum van het internationale jodendom. Het bombardeert de stad. Bij vertrek met alle bommen aan boord en een brandstoftank, die honderd kilo brandstof bevat, weegt het vliegtuig ongeveer acht ton. 

Wanneer het van de kruistocht terugkeert, blijven er nog 230 kilo over. Hoeveel weegt het vliegtuig als het leeg is?

Slide 44 - Diapositive

Leerdoelen classroom (DC1)
04 je kan uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om het parlement buiten spel te zetten en de totale macht wist te veroveren
05 je kan uitleggen wat een totalitair regime is en acht kenmerken hierbij noemen
06 je kunt uitleggen waarom andere Europese landen de appeasementpolitiek voerden en waarom de inval in Polen een einde betekende van deze politie 
07 je kunt drie gevolgen noemen voor de Europese landen die door Duitsland waren bezet.

Maken:
Classroom opdr 3 + 4 (kenmerken totalitaire staat (Duitsland))





Slide 45 - Diapositive

Appeasementpolitiek 
Conferentie van München 1938,
Duitsland krijgt toestemming om Tsjecho-Slowakije in te nemen. --> vrede bewaren

Slide 46 - Diapositive


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 
Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 47 - Diapositive


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk 
maar één ding doen: 

Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 48 - Diapositive


Succes in West-Europa
1940




  •  Voorjaar van 1940 als de Duitsers met een enorme snelheid en grote overmacht, Europa letterlijk 'oprollen'.
  • Landen in dienst van Duitse oorlogsindustrie, verplichte arbeidsdienst 
  • Beperkingen voor veel mensen, rechtstaat buiten spel gezet

Slide 49 - Diapositive

Leerdoelen classroom (DC1)
04 je kan uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om het parlement buiten spel te zetten en de totale macht wist te veroveren
05 je kan uitleggen wat een totalitair regime is en acht kenmerken hierbij noemen
06 je kunt uitleggen waarom andere Europese landen de appeasementpolitiek voerden en waarom de inval in Polen een einde betekende van deze politie 
07 je kunt drie gevolgen noemen voor de Europese landen die door Duitsland waren bezet.

Weektaak:
MEMO 10.1 opdr 4 ™ 11
Maken HC2, DC1 opdr 7 ™ 12 (incl ‘oefenen voor het examen’)
Classroom opdr 3 + 4





Slide 50 - Diapositive

Maken 
7 tm 12 (pagina 33) 

Slide 51 - Diapositive